"The bad old days they came and went
Giving way to fruitful years."
(Ian Anderson)
In de jaren dat ik op de middelbare school zat waren veel van mijn leeftijds- en klasgenoten fan van de Beatles óf van de Rolling Stones. Ik vond ze allebei goed (met een voorkeur voor de Beatles) maar mijn absolute favoriet was de - eveneens Britse - band Jethro Tull.
De muziek van Jethro Tull was alles tegelijk en direct herkenbaar. Melodieus, swingend, folkloristisch, dromerig en verhalend, en met intelligente teksten. Rock, blues, folk en jazz klonken erin door, en in de wereldhit Bourée ook nog onvervalst klassiek - zoiets hadden we nog niet eerder gehoord.
Zanger, gitarist en dwarsfluitist Ian Anderson was de tovenaar van dit gezelschap. Hij stal de show, zoals hij in zijn karakteristieke pose - staand op één been, het andere been opgetrokken - zijn fluitsolo's speelde, gehuld in lange jas, strakke broek en kniehoge rijglaarzen, en met lange wapperende haren.
De liedjes van Anderson speelden zich veelal af in een imaginair verleden, ver van de stad, en werden bevolkt door kleurrijke figuren die buiten de dagelijkse werkelijkheid van het moderne leven stonden - en de toehoorder meevoerden naar die andere wereld.
Van mijn zakgeld, aangevuld met de verdienste van mijn weekendbaantje, kocht ik elpees van Jethro Tull, die ik ook nu nog uit mijn hoofd ken - zoals dat gaat met wat je in je tienerjaren tot je neemt. Stand Up, Aqualung, Thick as a Brick, Benefit, het zijn titels waarvan ik de hoezen meteen voor me zie en waarvan ik de liedjes direct kan meezingen.
Inmiddels is een halve eeuw verstreken, ben ik grootvader geworden en ga ik over een jaartje met pensioen. Nog altijd bestaat Jethro Tull, met Ian Anderson als de (enig) overgebleven bandleider tussen nieuwe muzikanten. Nog altijd toeren ze de wereld rond, nog altijd speelt Anderson uitsluitend op akoestische instrumenten. En nog altijd is de betovering niet verbroken.
Als ik de muziek van Jethro Tull terughoor, begrijp ik mijn voorkeur uit mijn middelbareschooltijd helemaal. De tijden zijn veranderd, maar wat goed is blijft.
Alles verandert, maar niets gaat verloren. Leve Jethro Tull.
Hier een van de meest poëtische liedjes van Ian Anderson van het album Aqualung uit 1971:
Wond'ring aloud
How we feel today
Last night sipped the sunset
My hand in her hair
We are our own saviours
As we start both our hearts beating life
Into each other
Wond'ring aloud
Will the years treat us well?
As she floats in the kitchen
I'm tasting the smell
Of toast as the butter runs
Then she comes, spilling crumbs on the bed
And I shake my head
And it's only the giving
That makes you what you are
(Ian Anderson)
En deze natuurlijk: We used to know, van Stand Up, uit 1969:
We used to know
Whenever I get to feel this way,
Try to find new words to say,
I think about the bad old days
We used to know.
Nights of winter turn me cold
Fears of dying, getting old.
We ran the race and the race was won
By running slowly.
Could be soon we'll cease to sound,
Slowly upstairs, faster down.
Then to revisit stony grounds,
We used to know.
Remembering mornings, shillings spent,
Made no sense to leave the bed.
The bad old days they came and went
Giving way to fruitful years.
Saving up the birds in hand
While in the bush the others land.
Take what we can before the man
Says it's time to go.
Each to his own way I'll go mine.
Best of luck in what you find.
But for your own sake remember times
We used to know.
(Ian Anderson)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten