Tussen de oude foto's kom ik er eentje tegen waarop ik op het strand van Terschelling sta, aan de rand van de zee waarachter het silhouet van Vlieland zich aftekent tegen de horizon. In mijn linkerhand houd ik een tekenboekje en in mijn rechter een potlood, ik kijk - weet ik - beurtelings naar het eiland in de verte en het papier.
Het voelt prettig en vertrouwd om deze foto terug te zien. Jarenlang al heb ik vaak een blocje of tekenboekje op zak, een potloodje en/of een (altijd zwartschrijvende) balpen, bij voorkeur zo klein dat alles in een broekzak of borstzakje past.
Tekenen heb ik van mijn vader, die het ook vaak en graag deed. Ik zie hem voor me met een schetsblok op schoot of een groot vel tekenpapier voor zich op tafel. In de jaren dat hij bij de papierfabriek van Van Gelder werkte hadden we bij ons thuis altijd tekenpapier in overvloed; ik zal er binnenkort eens een stukje aan wijden.
Tekenen uit de hand is een plezier dat ik zelf heb ontdekt door te wandelen en te blijven stilstaan bij een mooi uitzicht dat erom vraagt om op papier gezet te worden in snelle lijnen waarbij de essentie overblijft. Vaak is vijf minuten al genoeg, een andere keer iets minder of iets meer, maar in alle gevallen staat de tijd tijdens het kijken en schetsen even stil en blijft een gevoel van grote voldoening hangen bij het hervatten van de wandeling.
Zoals afgelopen zomer toen ik met Angèle in een huisje aan de Kaag zat en we daar allebei aan het tekenen sloegen. Tijdens een paar wandelingen door de polder had ik natuurlijk mijn kleine tekenboekje bij me en een potloodje.
In het nabijgelegen dorp Rijpwetering liep ik een straatje in, en tussen de huizen door was daar opeens dit doorkijkje op de kerk met een hooiberg en een oude boerderij op de voorgrond. De tijd stond stil en ik weet niet hoe lang of kort ik daar gestaan heb.
Maar wel weet ik dat ik weer helemaal terug ben bij het snelle schetsen uit de hand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten