Bij de dood van Eddy Posthuma de Boer, de oude buurman van mijn Oma in de Amsterdamse Grensstraat op 25 juli 2021, schreef ik dit sonnet. Hij woonde er op nr. 10, zij op nr. 8, in het huis waarin ik geboren werd.
In het licht
Ik zie mijn Oma in haar achtertuin,
de perenboom hangt vol met duizend peren
en naast haar zit haar buurman toast te smeren,
de duiven koeren in de hoge kruin.
De jaren zijn gestold in dit moment
waarin geen tijd bestaat, niets is verloren
maar alles terugkeert waar het lijkt te horen
waarin je als vanzelf wordt wie je bent.
Hij woont op nummer tien en zij op acht,
in mijn geboortehuis waar ik in dromen
altijd weer terug kan keren bij de bomen
waaronder alles blijft zoals ik dacht.
Zo zitten zij daar samen in het licht
dat over alles schijnt in dit gedicht.
Eelco van der Waals
--
Tijdens de poëziemiddag van Dichter bij de dood, 19 september 2021 op begraafplaats Oud Eik en Duinen, droeg ik dit gedicht voor, tussen 26:27 - 27:35 in dit filmpje, gemaakt door Dennis Simonis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten