dinsdag 14 december 2021

De papierfabriek

Mijn vader werkte toen ik klein was als hoofd Personeelszaken van papierfabriek Van Gelder in Velsen. Over de magie van de papiermachines en de overweldigende indruk die ze op mij maakten vertel ik graag een andere keer.  



Nu gaat het over iets anders, wat ik als kind zijdelings heb meegekregen en wat mijn jeugdherinneringen verbindt met de grote wereld waarin ik decennia later rondwandel.

Ik weet nog goed dat mijn vader een tijdje op reis ging, samen met collega's van de Hoogovens en cementfabriek ENCI, naar Joegoslavië om daar arbeidskrachten te werven voor de fabrieken, waar toen al Italianen en Spanjaarden werkten. Ik herinner me de kaarten die hij naar huis stuurde en natuurlijk de cadeautjes voor mijn moeder, mijn zusje en mij waar hij mee thuis kwam uit dat verre land. 

Mijn vader is dus een van de geboren en getogen Nederlanders die mensen uit andere landen welbewust naar de streek waar wij woonden heeft gehaald om hier te komen werken. Ik roep dat in herinnering nu er - eind 2021 - hier en daar een gure wind begint op te steken die niet altijd recht doet aan de historische werkelijkheid wanneer het gaat over de gemêleerde samenstelling van de bevolking van ons land. 

De fabrieken in de IJmond hadden altijd nieuwe arbeidskrachten nodig, omdat in de jaren ervoor ruim 400.000 Nederlanders met steun van de Nederlandse regering (als 'gelukszoekers'?) waren geëmigreerd naar landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië om daar een nieuw leven op te bouwen. En omdat steeds minder Nederlanders bereid waren in de fabrieken te gaan werken, die bij de sterke economische groei wel moesten doordraaien.

Mijn vader leeft al jaren niet meer. Wat zou ik hem graag spreken en ook deze episode met hem doornemen, en in gedachten weer even met hem langs de papiermachines lopen met hun stampende cadans en hun prachtige product.



vrijdag 10 december 2021

Groot en Klein

Afscheid van het Binnenhof  - Groot en Klein. Te leuk en toevallig om niet te delen. Foto uit een commissievergadering van de Tweede Kamer, nog in een van de commissiezalen op het Binnenhof dat we nu al drie maanden hebben verlaten. Naast elkaar de Tweede Kamerleden Groot (links, PvdA) en Klein (rechts, Groep Klein). 

Econoom Ed Groot zat van 2010-2017 in de Tweede Kamer voor de PvdA als woordvoerder fiscale en financieel-economische zaken en was voorzitter van de parlementaire ondervragingscommissie fiscale constructies. 

Norbert Klein was binnengekomen als Kamerlid voor 50 PLUS en vormde na een conflict vanaf juni 2014 een eenmansfractie. In 2017 was hij bij de Tweede Kamerverkiezingen lijsttrekker van de door hem opgerichte Vrijzinnige Partij, maar die behaalde geen zetel.

Deze foto uit november 2015 - die ik met mijn telefoon maakte van het beeld op een van de monitoren in het Kamergebouw - ontrukt deze parlementariërs aan de vergetelheid en plaatst Groot en Klein weer even in het juiste historisch perspectief. Geschiedenis is alles, alles is geschiedenis. 



maandag 29 november 2021

Vlagvertoon

Afscheid van het Binnenhof -Vlagvertoon

Vlagvertoon hoort bij het Binnenhof. Bovenop de Mauritstoren van de Eerste Kamer en de Perstoren van de Tweede Kamer zijn de vlaggenmasten een vertrouwd beeld met de Nederlandse driekleur én de Europese vlag, die er de eenheid van de natie en de verbondenheid met Europa uitdrukken, hoog boven het stadsgewoel.

In de plenaire vergaderzaal zelve van Eerste en Tweede Kamer was tot een paar jaar geleden geen sprake van vlagvertoon. Daar kwam - voor de Tweede Kamer - verandering in op 14 november 2017, de dag waarop de bijgaande foto werd gemaakt. 

Op 2 november 2017 had de Tweede Kamer een motie van de Kamerleden Kees van der Staaij (SGP) en Geert Wilders (PVV) aangenomen om als symbool van de natie, net als in verreweg de meeste landen, in de plenaire vergaderzaal van het Nederlandse parlement de nationale vlag zichtbaar te maken. Alle partijen behalve de Partij voor de Dieren stemden voor de motie.

Als uitvloeisel daarvan werd op 14 november een tijdelijke vlag geplaatst direct achter de Voorzittersstoel, hier te zien op de foto die Hans Kouwenhoven ervan maakte voor de Kamerbode. Tussen de leden door zie je mij met mijn collega Sandra aan het werk aan onze tafel in het midden van de zaal. 

Op 29 mei 2018 zou deze tijdelijke vlag worden vervangen door een nieuwe versie, ruim een meter hoger en met een groter vlaggendoek, zoals die ook na de verhuizing van het Binnenhof naar de tijdelijke locatie B67 in de plenaire zaal te zien is.

Morgen ben ik nog precies 300 dagen voor de Kamer aan het werk, ofwel nog 42,86 weken tot mijn pensioen.



zondag 28 november 2021

Het vuur der wedergeboorte

Eerder schreef ik al over de dienstweigering van mijn vader na de Tweede Wereldoorlog, die hij tussen zijn 15e en zijn 20e levensjaar bewust had meegemaakt in Den Haag.

In voormalig Nederlands-Indië werd de roep om onafhankelijkheid steeds sterker, die daar op 17 augustus 1945 werd uitgeroepen, twee dagen na de Japanse capitulatie. Nederland, net zelf bevrijd na vijf jaar bezetting, besloot troepen te sturen. Mijn vader behoorde tot de lichting 1925, zijn geboortejaar, en werd opgeroepen voor militaire dienst. 

Hij trok voor zichzelf ("alles is een keuze") de conclusie dat hij niet anders kon doen dan weigeren en schreef daarover in zijn dagboek: "Nu had ik langzamerhand leren begrijpen, wat voor vuil spel daar eigenlijk in Indië werd gespeeld. (...) Geleidelijk rijpte in mij het besluit om te weigeren."

Zijn dienstweigering werd door de krijgsraad niet erkend en hij werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Tijdens zijn detentie maakte hij onder veel meer deze tekening, die hij rechts onderaan signeerde en dateerde met "Zutfen, 12 Dec. '48, JJvdWaals".

Rechtsboven schreef hij als onderdeel van de tekening deze (dicht)regels van eigen hand:

"Het vuur der wedergeboorte strome over de aarde,
Vertere alles en blijve eeuwig lichten -
opdat onze wereld zij gelijk de zon:
Bron van leven en vreugde
."

Uit de perforatorgaatjes links blijkt dat deze tekening afkomstig is uit een map waarin mijn vader die met ander werk had opgeborgen, los van de cahiers die hij tijdens zijn jaren van gevangenschap bijhield en waarover ik al eerder berichtte.

Over mijn vader en zijn dappere keuze zijn al een essay en een artikel verschenen, en gaat ook een boek verschijnen dat nog aan het rijpen is.

Maar eerst deze tekening met de woorden die getuigen van een diep bewustzijn waarmee hij ook onder moeilijke omstandigheden recht overeind bleef. 



vrijdag 26 november 2021

Avec le temps

Een foto in de duinen 
bij het verglijden van de tijd.

Staand mijn moeder, lang voordat 
we haar zouden gaan uitstrooien 
achter die duinen in de zee.

Naast haar, handen in de zij, mijn tante,
die de geschiedenis herschreef
en werd gedragen door haar zonen.

In het centrum, zittend, mijn Oma,
mater familias, 
96 geworden
en gebleven in ons hart.

Met naast zich mijn nicht, die we 
nog maar net moesten laten gaan 
in de eeuwigheid.

En op de voorgrond mijn achternicht,
nu zelf oma en draagster
van de tijd die komt en gaat.

woensdag 24 november 2021

Onder de handen der stenographen

Op 23 september 2019 werd het 170-jarig bestaan gevierd van de Dienst Verslag en Redactie van de Tweede Kamer, de voormalige Stenografische Dienst, die in 1849 werd ingesteld en sindsdien de Kamervergaderingen van Eerste en Tweede Kamer voor het nageslacht heeft vastgelegd op papier in de Handelingen, het officiële verslag van (elk van) beide Kamers.

Collega Coby Pronk tekende voor dit lustrum vijf iPad-portretten: van vier oud-parlementariërs en een minister uit 1849. Een van deze portretten werd gebruikt voor de gedenkbeker die de jubilerende dienst liet maken: Dr. P.J. Costerus, die tot de ‘pragmatische’ liberalen werd gerekend. 

In de Handelingen die onze ambtsvoorgangers hebben vervaardigd zijn Costerus'  woorden geboekstaafd:

"(...) en de hoop heeft mij gekitteld, dat van onder de handen der stenographen mijne redenen fraaijer zouden te voorschijn komen, dan dat ze in mijne hersens opgekomen of van mijne tong gevloeid waren (...)",

aldus de Handelingen van de Tweede Kamer van 12 september 1849.

De verfraaiing van zijn betoog door de stenografen van zijn tijd waar Dr. P.J. Costerus hier op doelt is een rode draad in het werk van onze dienst en een weerkerend gegeven in de reacties van sprekers (bewindslieden en Kamerleden) op onze pennevruchten. Spreektaal  is geen schrijftaal en behoeft hier en daar ingrepen om leesbaar op papier te komen voor het nageslacht. Onze dienst gebruikt daarbij in het kader van de eenduidigheid  tegenwoordig een uitgebreide eigen Taalgids, die via het intranet van de Kamer ook door andere Kamerbewoners te raadplegen is en die regelmatig wordt bijgewerkt door onze zogeheten Taalkamer. Over beide binnenkort meer in deze serie Afscheid van het Binnenhof.

Maar nu weer terug naar Costerus en het 170-jarig bestaan van wat sinds 2004 de Dienst Verslag en Redactie heet. Coby tekende hem zoals gezegd op haar iPad. Die tekening en het citaat van Costerus uit de Handelingen dat hierboven al werd aangehaald werden afgedrukt op keramieken mokken die voor de duurzaamheid en de eeuwigheidswaarde werden uitgedeeld aan de gasten bij het jubileum van de dienst.

De cirkel is bijna rond, want Coby en ik nemen over een klein jaar samen afscheid van de dienst en laten dan zien waartoe het Binnenhof ons in onze werkzame jaren inspireerde. U hoort er nog van!



















dinsdag 23 november 2021

Gedichten van mijn Oma

In een oud schrift uit de nalatenschap van mijn moeder vind ik gedichten van mijn Oma in haar handschrift, die ze schreef en dateerde in 1916. Ik ben ontroerd en onder de indruk. En ik realiseer me eens te meer dat ik ook in dit opzicht op de schouders van mijn ouders en voorouders sta. Een dichtersfamilie verbonden door het woord.

't Wordt lente en 't jubelend vogelgerucht
Vervult weer de zuivere hoge lucht
't Herleeft al in blijheid
't Zingt al in vrijheid
Om de lente, de lente die komt

De winter met stormende winden en vlagen
Verdween, nu komen weer lichte dagen
Dagen vol zonnegloed
Oogen met nieuwen moed
Om het leven, het leven dat komt

O Lente met uw wondere machten
Geef ook onze ziel nieuwe krachten
Om te gevoelen die vrijheid
Om te delen die blijheid
Als de zomer, de zomer eens komt

Willy Swarts

20 Maart 1916



zondag 21 november 2021

In het hoofd van Frederick Linck

Op 21 augustus jl. schreef ik een stukje naar aanleiding van de opening van de postume tentoonstelling Doorleefd - Verlies als katalysator voor wording van Frederick Linck in de Voorhoutgalerie van Pulchri.

Al sinds de eerste keer dat ik Frederick leerde kennen, rond 1980, was er een gevoel van affiniteit en wederzijdse belangstelling. Ik woonde toen hartje Den Haag aan het Groenewegje en Frederick om de hoek, aan de Amsterdamse Veerkade, in het huis waarin hij op 28 november 2020 is overleden.

In 1981 maakte Frederick een fotoserie van mij en mijn vriendin Kirsten bij ons thuis. Het leverde prachtige portretfoto's in zwart/wit op en was een middag die ik nooit zal vergeten.

Op de tentoonstelling in Pulchri werd ik geraakt door een dubbelportret: twee foto's naast elkaar van fotografen die elkaar hadden geportretteerd. Op de foto links Georgia Landman, fotografe en dochter van Frederick, door hem op de gevoelige plaat gezet in het zwart-wit waar hij patent op had. Rechts ernaast Frederick zelf, in kleur gefotografeerd door Georgia in zijn studio tussen zijn attributen. 

Deze foto's maken deel uit van hun gezamenlijke project Vaders Dochters, waarbij het gelijknamige boek verscheen dat een goed beeld geeft van de verschillen in werkwijze van vader en dochter. Dat boek kende - en bezat - ik al langer, maar daar, in Pulchri, raakte het portret van Frederick me opeens tussen de ogen en in het hart toen ik er een afdruk van zag liggen in een aparte vitrine, nu hij er niet meer in levenden lijve was.

Ik besloot de foto te bestellen en kreeg die een tijd later binnen, opgerold in een koker. Inmiddels heeft het portret dat Georgia van hem maakte ingelijst en wel zijn plek gevonden in mijn werkkamer, nadat het daar eerst een tijdje had staan chambreren naast het schilderij van Jurjen de Haan die ook aan het Groenewegje woonde, als buurtgenoten bij elkaar.

Aan Georgia schreef ik na de ontvangst ervan over dit buitengewone portret wat meer mensen die Frederick gekend hebben zullen herkennen, en daarom voel ik me vrij om het hier te herhalen: "De kracht van de foto die jij van hem gemaakt hebt is dat je Fredericks binnenwereld in beeld hebt gebracht - het is alsof je in zijn hoofd kijkt en alsof je daarin terug kunt kijken tot in zijn kindertijd, zoals het kind in ons allemaal er natuurlijk nog gewoon is. En zeker in het geval van Frederick bleef die speelsheid een opvallend element, dat ook overeind zou zijn gebleven als hij 100 jaar was geworden. Het is een van zijn eigenschappen waardoor ik altijd een connectie met hem heb gevoeld, en dat gevoel van verbinding is er helemaal nu hij op jouw portret in mijn werkkamer is komen wonen."

Frederick heeft nu zijn plek gevonden onder mijn oude Kodak Brownie camera's en op de houten ombouw onderaan de boekenwand links van mijn bureau. Wanneer ik daaraan zit en naar links kijk, zie ik hem in zijn eigen universum, tussen zijn eigen camera's en verzamelingen.

Het voelt goed en vertrouwd. Over een week is het een jaar geleden dat Frederick overleed - en het is precies zoals ik in juni al schreef aan het eind van mijn stukje bij de aan hem gewijde tentoonstelling in Pulchri: "... waarin we hem blijvend tegenkomen en waarin de ontmoeting voelbaar blijft."




donderdag 18 november 2021

Oud en nieuw

Afscheid van het Binnenhof - Oud en nieuw 

Alles is betrekkelijk, want een kwestie van perceptie. Dat bleek me van de week weer eens, toen ik het boek Tweede Kamer: lam of leeuw? terugkreeg van een collega aan wie ik het had uitgeleend. 

Dat boek werd geschreven door Anne Vondeling, voorzitter van de Tweede Kamer toen ik daar in 1975 begon. De Kamer vergaderde in die tijd nog in de Oude Zaal aan het Binnenhof, waar ik in deze kleine serie al vaker bij heb stilgestaan - net als bij Vondeling zelf overigens.

Die zaal is al écht oud, want dateert uit 1777, en werd gebouwd als balzaal in het - toen nieuwe - paleis van stadhouder Willem V. In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van ons land en maakte hij er een troonzaal van. Tussen 1815 en 1992 deed de zaal vervolgens dienst als de vaste vergaderzaal van de Tweede Kamer, die daarna plenair ging vergaderen in de - op dat moment nieuwe - zaal van architect Pi de Bruijn die uitzag op het Hofplein. 

Voor de Binnenhofbewoners die beide zalen nog zelf hebben meegemaakt, zoals mijn inmiddels oudere collega's en ik, is het dan ook geen vraag wat de Oude Zaal is en wat de nieuwe.

Maar tijden blijven veranderen, en sinds de afgelopen zomer van 2021 vergadert de Tweede Kamer inmiddels alweer ruim twee maanden in de tijdelijke plenaire zaal in B67, het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg.

In deze coronatijden zijn er nieuwe medewerkers bijgekomen die vanwege het thuiswerken waarmee ze hun dienstbetrekking  aanvingen pas onlangs 'gewoon' op kantoor zijn komen werken, en onder hen wordt de vorige plenaire zaal die we tot een klein halfjaar geleden gebruikten - volkomen logisch - aangeduid als de oude zaal.

We hebben nu dus de Oude Zaal en de oude zaal, beide gesitueerd aan het Binnenhof dat we in de tussentijd hebben verlaten, en een nieuwe zaal die de in de perceptie van sommigen eveneens nieuwe zaal vervangt, maar dan tijdelijk. Al is ook die tijdelijkheid een kwestie van perceptie, bijvoorbeeld voor de collega's die - zoals ik - niet meer op het Binnenhof zullen terugkeren maar in al deze tijdelijkheid een punt achter hun werkzame leven gaan zetten.

Ik zei het al. Alles is betrekkelijk, want een kwestie van perceptie.

De Oude Zaal is ook te zien op GoogleMaps, loop er zelf in rond in 360 graden via deze link.

Foto: 31 oktober 2017 in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, bij de beëdiging van nieuwe Kamerleden. Ik sta er naast mijn huidige kamergenote Judith, bij onze werkplek die zich toen nog in het midden van de zaal bevond.  (Foto: NOS)



dinsdag 16 november 2021

Bill Evans with Peace


Peace Piece

Comme ces longs rayons dors du soir qui laissent

Le monde un peu plus large et plus pur aprs eux

Sous le trille exalt d’une grive, je peux

M’en aller maintenant sans hte, sans tristesse:

Tout devient transparent. Mme le jour pais

S’allge et par endroits fait briller une larme

Heureuse entre les cils de la nuit qui dsarme.

Ni rve, ni sommeil. Plus d’attente. La paix.


Jacques Rda


Peace Piece


As the long golden rays of the evening that leave

The world a little wider and purer after them.

Under the ecstatic whistle of a thrush , I can

Go now without haste, without sadness:

Everything becomes transparent. Even the heavy day

lightens and in some places make sparkle a tear

Happy between the eyelashes of the night that moves.

Neither dream nor sleep. More waiting. Peace.


Jacques Rda


https://www.billevans.nl/peacepiece/



maandag 15 november 2021

Denneweg en Binnenhof

Afscheid van het Binnenhof - de Kunstkring

Het afgelopen weekend was ik weer in de Haagse Kunstkring aan de Denneweg, waar ik werkend lid ben van de afdeling Letteren. Het bijzondere van de Kunstkring is dat alle kunstdisciplines er vertegenwoordigd zijn en ook regelmatig samenwerken in zogeheten crossovers. In alle zalen (twee beneden, één boven) waren (en zijn) tentoonstellingen, waarvan ik er een mocht openen.

De bovenzaal, de Albert Vogelzaal, is de plek waar ik volgend jaar op mijn eigen manier afscheid van het Binnenhof wil nemen met het gelijknamige project, nadat ik op 25 september van dat jaar mijn werkende leven beëindig en met pensioen ga. Morgen beginnen de plenaire debatten weer in Eerste en Tweede Kamer en heb ik nog iets meer dan 44 weken voor de boeg tot die datum, vlak na Prinsjesdag 2022.

Die tijd gebruik ik om materiaal te verzamelen, archiefonderzoek te doen, stukjes te concipiëren, mensen te spreken, gedichten te schrijven en tekeningen en etsen te maken met het Binnenhof als onderwerp.

Het Binnenhof is me, ook in de jaren tussendoor waarin ik elders werkte, sinds mijn eerste kennismaking in 1975 altijd blijven boeien en inspireren. De weerslag daarvan slaat neer in een boek dat ik volgend jaar wil uitbrengen en bij wijze van afscheid wil presenteren in de Kunstkring, met een kleine tentoonstelling waarin het Binnenhof centraal staat, omlijst door een inhoudelijk programma.

Op dat moment is het Binnenhof nog volop in verbouwing. Wat ik voor me zie is om dan in en vanuit de Kunstkring te bespiegelen op het Binnenhof en de grote veranderingen in de periode die ik kan overzien vanaf 1975, maar ook als oorsprong en hart van Den Haag en als onze nationale huiskamer.

Mijn eigen bespiegeling is al begonnen en krijgt de komende weken en maanden verder gestalte in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof

Tussen Denneweg en Binnenhof zie ik door mijn oogharen de contouren van het Binnenhof zich aftekenen tegen de hemel boven mooi Den Haag. 

Zoals hier op deze foto die ik maakte van de torentjes en daklijsten van het wonder van C.H. Peters (het voormalige ministerie van Justitie, mijn lievelingsgebouw van het Binnenhofcomplex) in het ochtendlicht, gezien vanuit de Bagijnestraat over de daken heen.

O weemoed en rijkdom. O toekomst en verleden. O Binnenhof.




zondag 14 november 2021

Openingswoord

Openingswoord bij de tentoonstelling Organische Krachten, 13 november 2021 in de Hoge Zaal van de Haagse Kunstkring 

Dames en heren,

Het is mij een eer en een genoegen om hier het werk te mogen inleiden van deze drie kunstenaars bij de opening van hun tentoonstelling.

De titel Organische Krachten dekt de lading volledig, want één blik rondom in deze Hoge Zaal volstaat om de wolken te zien bewegen onder de zon bij Annemarie Spijkerman - de zon die bij Rob van Doeselaar schijnt boven de bergen waarop de sneeuw glinstert en smelt, in een langzame beweging die midden in deze zaal is gevangen in glas, ijzer en pigment door Theo ten Have.

Organisch is wat op een natuurlijke manier ontstaat, en Annemarie, Rob en Theo slagen er ieder voor zich in om de krachten die achter dat voortdurende scheppingsproces aan het werk zijn te vangen en hier voor ons zichtbaar te maken -  in potlood op papier, in acryl en olieverf op linnen en paneel, in digitale tekeningen op een iPad of iPhone, in gestold glas, in ijzer en in pigment.

Een mooie eenheid”, noemde Rob deze nieuwe tentoonstelling gisteren al in gesprek met Mar-Lin Schut in de serie Aan tafel bij de Haagse Kunstkring over zijn leven en werk, waaruit ik verder optekende: "Ik vind het verbazingwekkend dat mensen het over wonderen hebben. Eigenlijk is alles een wonder."

Zó is het. Wij zijn hier vanmiddag getuige van een wonder - het wonder van de geest die het onzíchtbare en onbenoembare áchter die wolken, die zon, die bergen, die sneeuw - kortom, de cyclus en de cirkelgang van het leven zelf - weet te raken en om te zetten in een vorm die we mee naar huis kunnen nemen en aan de muur hangen of op een sokkel zetten zodat we ons kunnen blijven verbazen over de schoonheid van dat wonder waarmee het ons dagelijks leven verrijkt.

Theo ken ik al sinds de jaren ‘80 via kunsttijdschrift Retirade waar hij meteen in stond met zijn plastieken. Zijn beeld Dolfijnendans in het Noteboompark in Voorburg behoort tot mijn lievelingsbeelden. De ontwikkeling in zijn organische werk  tussen het begin en nu omschreef ik eerder als thuiskomen na een lange reis.

Rob kwam in mijn blikveld in 2014 met zijn tentoonstelling ALL INCLUSIVE, hier in de Kunstkring. Bij een plaatje - gemaakt door ruimtevaartorganisatie ESA - van het eerste licht in het heelal tijdens de oerknal schreef hij: "De projectie doet mij nog het meest denken aan een groot zwembad." Zijn verbeeldingskracht maakte er kleurige schilderijen van over zijn wereldbeeld, tussen de echo van zijn eigen zoon Jasper 'in het zwembad van zijn moeder' zoals hij het noemde en de Costa da Morte - het Voormalig einde van de wereld. Fascinerend.

Annemarie is geboren in IJmuiden, in de IJmond, waar ik zelf ook (in Beverwijk) woonde en (in Velsen-Zuid) op school zat. Onze connectie in het nú is via de man die ons beiden dierbaar is geworden én gebleven, en die ik vanaf 1975 als goede collega heb meegemaakt.

De organische krachten zijn in haar werk manifest, dat ontstaat vanuit haar verlangen een oorspronkelijke harmonie te herstellen. Het paradijs herwonnen, Paradise regained, door de scheppende kracht van de kunstenaar en de kunst. Bezieling is het woord dat bij haar werk opkomt.

De cirkel is rond. De organische krachten van de zon, de wolken, de bergen en de sneeuw - de cyclus van het leven en het aanraakbaar gemaakte wonder daarvan brengen ons  waar we zijn, in deze zaal en met elkaar.

Annemarie Spijkerman, Rob van Doeselaar en Theo ten Have nemen ons mee in hun werk en nodigen u en mij uit in hun wereld. 

Deze tentoonstelling is hiermee geopend!

Eelco van der Waals



(Filmpje gemaakt door Rob van Doeselaar) 

zaterdag 13 november 2021

Jaap Vegter

Tekenaar tovenaar. De Haagse striptekenaar en illustrator Jaap Vegter (1934-2003), had al op jonge leeftijd een imaginair land bedacht, het vorstendom Markstein met als hoofdstad Swardau.

Zijn fantasieën hierover tekende hij – met tussenpozen – op een groot papiervel. Zo ontsproot gestaag een getekende maquette van een metropool met brede boulevards, pleinen, indrukwekkende 19-eeuwse gebouwen, bruggen, limousines etc. Ook op losse velletjes werkte hij allerlei details uit met betrekking tot dit imaginaire land Markstein. 

Meer over Jaap Vegter op https://www.lambiek.net/aanvang/vegter.htm
















Aflevering 1 van de kleine serie Tekenaar tovenaar over mijn favoriete tekenaars.


donderdag 11 november 2021

Bezieling

Overmorgen, zaterdag 13 november 2021 om 16 uur, is de feestelijke opening van de tentoonstelling Organische Krachten in de Haagse Kunstkring. Gisteren ging ik alvast naar de Hoge Zaal van de Kunstkring aan de Denneweg om er te kijken naar de opstelling van het gecombineerde werk van Annemarie Spijkerman, Rob van Doeselaar en Theo ten Have. Over Rob en Theo schreef ik hier al eerder een stukje; nu over Annemarie in aanloop naar de opening die ik zaterdag op haar uitnodiging mag verzorgen.



Op de website van Annemarie lees ik dat haar werk ontstaat vanuit het verlangen een oorspronkelijke harmonie te herstellen. Dat klinkt meteen al aansprekend, en geheel in overeenstemming met de organische krachten die de nieuwe tentoonstelling schragen. Alle reden dus om hier even bij stil te staan.

De oorspronkelijke harmonie herstellen impliceert dat die sinds de oorsprong verstoord is, en het verlangen naar de terugkeer ervan is blijkbaar zo manifest dat dat leidt tot actie - die in potlood, acryl en aquarel vorm krijgt in beelden die goedmaken of terugbrengen wat er ooit was. Paradise regained, om met de dichter te spreken, het paradijs herwonnen door de scheppende kracht van de kunstenaar en diens kunst - bij Milton en Marsman in woorden, bij Spijkerman op papier of linnen en in vitaliserend beeld.

Bezieling is het woord dat bij me bovenkomt als ik door mijn oogharen naar de schilderijen, gestileerde portretten en tekeningen van Annemarie kijk en haar filosofie erdoorheen zie schemeren. Het zijn wat die schilderijen betreft natuurbeelden in vlakken van kleur die een gevoel van landschappelijkheid oproepen en die je als kijker meteen situeren op zo'n gedroomde plek. Een plek waar je eerder was, graag bent of naar toe wilt, zoals zij het zelf noemt. Je kunt overal zijn waar de verbeelding je brengt.

Die plek is voor Annemarie aan de kust, of in elk geval in de buurt van water en lucht. Ze werd geboren in IJmuiden, met zijn brede strand en de verbinding via het Noordzeekanaal met het achterland en Amsterdam. Het is een gebied dat ik zelf ook goed ken omdat ik in Velsen-Zuid op school zat en vanuit Beverwijk waar ik jaren woonde twee keer per dag met de pont over datzelfde Noordzeekanaal heen en weer voer. Met zicht op de grootse wolkenluchten waaronder de Hoogovens, de ENCI en de papierfabriek van Van Gelder waar mijn vader werkte, en boven mijn hoofd de immer krijsende en zwenkende meeuwen. Vertrouwde beelden.

Onze connectie in het nu is de verbondenheid met een man die ons beiden dierbaar is geworden én gebleven. Door en dankzij Annemarie weet ik sinds kort dat hij zelf ook mooi kon tekenen en heb ik daarvan nu een afbeelding in mijn bezit met een gevoel van dankbaarheid.

Dankbaar en geïnspireerd ben ik ook door het verzoek om de mooie tentoonstelling van Annemarie, Rob en Theo overmorgen te komen openen. Ik verheug me erop! 

woensdag 10 november 2021

10 november 1975

Vandaag is het 10 november 2021. Precies 46 jaar geleden begon ik (op maandag 10 november 1975) samen met mijn jaargenoten bij het parlement. Het waren andere tijden op het Binnenhof en bij de toenmalige Stenografische Dienst, die nog viel onder Eerste én Tweede Kamer en een eigen Gemengde Commissie voor de Stenografische Dienst der Staten-Generaal kende, bestaande uit leden van beide Kamers. Daarmee vormde de dienst een eilandje met geheel eigen riten en tradities, waar een antropoloog zijn/haar vingers bij zou aflikken. In een volgende aflevering van deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof sta ik daar vast nog wel eens nader bij stil, ook in relatie tot de riten en tradities van de ons omringende diensten, die gezamenlijk een weefsel vormden waarin decorum nog een grote rol speelde. Dat is in onze verruwde tijden bijna niet meer voor te stellen. Hier gaat het om het markeren van dit historische moment, want dat er veel veranderd is in die bijna halve eeuw is in één oogopslag zichtbaar.

Om te beginnen werkten er nog maar weinig mensen bij Eerste en Tweede Kamer, waar je al snel iedereen zo ongeveer kende, en vice versa, en tot het meubilair gerekend werd, mét de voordelen en eigenaardigheden van dien. De Tweede Kamer besloeg in die eerste jaren alleen nog de gebouwen Binnenhof 1a (want Binnenhof 1 was het adres van de Raad van State) tot en met 5, aan de zijkant van de Ridderzaal waar wij jarenlang op uitkeken.

Bij ons aantreden vielen we - zo zou blijken met terugwerkende kracht - met onze neus in de boter van grote maatschappelijke veranderingen die veel weerklank ondervonden en zorgden voor volle tribunes tot diep in de nacht. Het waren de jaren van het kabinet-Den Uyl, dat inmiddels een nagenoeg legendarische status heeft verworven en dat bestond uit markante persoonlijkheden. Ik noem hier slechts Max van der Stoel op Buitenlandse Zaken, Wim Duisenberg op Financiën, Ruud Lubbers op Economische Zaken, Henk Vredeling op Defensie en Irene Vorrink op Volksgezondheid en Milieuhygiëne. 

Als stenografen bedienden we ons voor het werk nog van steno, schrijfmachine en bandrecorder. Wanneer de geluidsinstallatie (vooral in de Eerste Kamer) weer eens haperde en de vergadering gewoon doorging was die beheersing van en snelheid in het kortschrift geen overbodige luxe om de beschouwingen voor de parlementaire geschiedschrijving in de Handelingen op papier te krijgen. Als ploeg versloegen we een volledige Kamervergadering van opening tot sluiting, die ook toen al kon duren van 10.15 uur tot diep in de nacht of tot in de vroege ochtend van de vólgende dag.

Na het kabinet-Den Uyl dat in 1975 regeerde bij onze entree kwamen achtereenvolgens de kabinetten-Van Agt (I, II en III), - Lubbers (I, II en III), - Kok (I en II), - Balkenende (I, II, III en IV) en –Rutte (I, II en III). Mijn jaargenote Milda en ik zijn - als laatsten van ons klasje uit 1975 - nu dus inmiddels toe aan ons gezamenlijke zestiende (en na de lopende formatie zeventiende) kabinet. 

Een record!












Foto: Algemene Beschouwingen in de Oude Zaal van de Tweede Kamer, 1980, met aan de stenografentafel zo te zien onze oud-collega's Jos Pompe en Martin Cox.



maandag 8 november 2021

Wat is er mooier dan de poëzie?

Vandaag is het 8 november 2021. Een jaar geleden werd het muurgedicht onthuld dat ik als lid van de jury mocht helpen uitkiezen. Het is aangebracht aan de gevel van basisschool Cascade in Voorburg op initiatief van de Stichting Buiten-Gedichten.

Tijdens de Kinderboekenweek 2020 namen de groepen 7 en 8 van Cascade deel aan een dichtwedstrijd. Uiteindelijk kwam Athene Hanique uit groep 8 naar voren als winnares met haar gedicht, dat we hier zien op de gevel boven de ingang van haar school. 

Trots staat ze hier op de voorgrond, met achter haar het bestuur van de Stichting Buiten-Gedichten (Charlotte Bos, Steven Bothof en Arjen Verduijn) en links ondergetekende als jurylid. De foto werd gemaakt door MG Fotografie / Michel Groen.

Hier is het winnende gedicht:

een plek waar kinderen samen komen.
waar ze samen over de toekomst dromen.

waar ze elke dag veel dingen leren.
door in de les van alles te proberen.

deze plek noemen wij onze school!

Athene Hanique 



























Het winnende gedicht van Athena uit groep 8 aan de gevel van de school. Foto: Eelco van der Waals

























Winnares Athena Hanique en schooldirecteur Moesin Laghmich bij de onthulling van het gedicht. Foto: Eelco van der Waals



































vrijdag 5 november 2021

Verbeeldingskracht

Morgen over een week (zaterdag 13 november 2021 om 16 uur) mag ik de tentoonstelling Organische Krachten in de Haagse Kunstkring openen. Rob van Doeselaar, Theo ten Have en Annemarie Spijkerman laten daar hun veelzijdige werk zien. Over Theo schreef ik hier al eerder, vandaag sta ik stil bij Rob, binnenkort bij Annemarie - en volgende week zaterdag bij alle drie.

La dernière neige - olieverf op doek, 90 x120 cm 












Met Rob van Doeselaar en zijn werk maakte ik voor het eerst kennis door zijn tentoonstelling ALL INCLUSIVE  in 2014 in de Haagse Kunstkring waar hij schilderijen en iPad schetsen liet zien. In het gelijknamige begeleidende boek stonden alle tentoongestelde werken en schreef hij: 

"Alles heeft met alles te maken. We ontdekken steeds meer. Het dijt maar uit. Nieuwe technologie laat onze imaginaire wereld verder groeien. (...) De tijd dat we zonder hulpmiddelen kijken is voorbij. Met het meten van kosmische achtergrondstraling kunnen we meer dan 13 miljard jaar terug naar de tijd toen de oerknal plaatsvond. De Planck-missie van de ESA, die de meting uitvoerde, publiceerde een plaatje van het eerste licht dat ooit heeft geschenen. De tweedimensionale ovale vorm is in werkelijkheid een afgeleide van ruim 15 maanden ruimtelijke waarneming naar de verst gelegen hoeken van het universum. (...)  De projectie doet mij nog het meest denken aan een groot zwembad."

Fascinerend. In het hoofd van de kunstenaar Rob van Doeselaar ontsprongen associaties die hij vervolgens aan de wanden van de Kunstkring vertaalde in kleurige schilderijen waarop hij ons meenam van de Big Bang via de val van Icarus naar de eerste beweging op een echo van zijn eigen zoon Jasper 'in het zwembad van zijn moeder' - en vandaar naar kleurige ovalen, zwembaden en all inclusive-associaties aan de rand daarvan onder palmen in de zon - tot aan de Costa da Morte - Voormalig einde van de wereld.

Het sluit aan bij het procedé dat Rob zelf beschrijft op zijn website: "Een schilderij maken is ook een reis in mezelf. Laag voor laag ontstaat een kunstwerk met een eigen ziel." Daar gebruikt hij ook het woord "verbeeldingskracht", en dát is wat bij me blijft hangen wanneer ik denk aan de thema's, beelden, plekken en indrukken die Rob in zijn werk samenbrengt en waarin hij zich weet uit te drukken. Wat we zien van Rob is zijn verbeeldingskracht.

De litho's en houtsneden uit het begin van zijn carrière heb ik gemist; ik ben binnengekomen in zijn ontwikkeling bij zijn tekeningen, schilderijen in olieverf én zijn iPad schetsen. Met de 'verrassende mogelijkheden' van die laatste zoals hij het zelf noemt heeft hij mij persoonlijk geïnspireerd en op een nieuw spoor gezet in mijn eigen onbeholpen schetsjes. Door Rob ben ik naast schetsen op papier begonnen met snelle tekeningen op mijn mobiele telefoon, in mijn geval met de app ArtRage. Dat leidde al snel tot een uitwisseling van indrukken en ervaringen, want Rob zit niet stil en reageert op wat hij ziet:

Rob: "Ik heb nu dan mijn eerste telefoonschetsje gemaakt, met de rechterwijsvinger. Uiteindelijk heb ik voor de app Brushes redux gekozen. Wat ik o.a. fijn vind is dat die niet probeert aquarel, krijt, olieverf, e.d. te imiteren, maar uit te gaan van een digitaal palet. Het is verder redelijk makkelijk de diverse ‘kwasten’ naar eigen hand te zetten. Niettemin nogmaals dank voor je reactie betreffende de app. Art Rage is ook goed. Vandaag zat ik aan het meer van Genève, dus dan kun je het schetsen niet laten."

Dat Rob het schetsen op zijn wandelingen vanuit Genève niet kan laten gaan we vanaf 13 november zien in de Kunstkring, want daar laat hij de bergen zien als een onuitputtelijke bron van verwondering.

Ook dát raakt me op een persoonlijke manier die alles te maken heeft met mijn oorsprong. Als kind kwam ik vaak in de bergen. Mijn ouders namen mijn zusje en mij mee naar de afgelegen dalen van het Engadin in Zwitserland waar we lange wandelingen maakten, om stil te houden bij een van de kapelletjes of een klaterend beekje. We vulden er onze veldfles en lieten de oneindigheid op ons inwerken, met een frisheid die verkwikt en rustig maakt.

Het is het gevoel dat meteen weer boven komt wanneer ik de bergen zie zoals Rob ze aan ons laat zien op zijn schilderijen en zijn iPad schetsen - met hun brede basis stevig op de aarde, en boven hun toppen de oneindigheid.

Bij de woorden die Rob hier zelf over gebruikt kan ik me alleen maar aansluiten: "Meestal heb ik een idee wat het einddoel is, maar is de weg ernaartoe onbekend. Toch brengt elke stap me dichterbij."

Tussen het eerste begin en het einddoel ligt de weg ernaartoe. Rob van Doeselaar is onze gids met zijn verbeeldingskracht en zijn verrasssende palet.





maandag 1 november 2021

Het woord van Boutens

Morgen is het Allerzielen, waar ik als dichter al vanaf 2016 aan meewerk door het voordragen van zelfgeschreven gedichten over de dood op de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen ter ere van een daar begraven persoon. Mijn Gedichten voor Allerzielen zijn met context te lezen op de gelijknamige site.

Nadat ik eerder al koos voor F. Bordewijk, Anton Constandse, Aad Nuis en Willem Drees sr. heb ik in het kader van Allerzielen 2021 gekozen voor de dichter P.C. Boutens, geboren in 1870 in Middelburg waar ik zelf ook heb gewoond. Hij is begraven op Oud Eik en Duinen in graf nr. 1-4565.

Ik heb me in het bijzonder laten inspireren door het gedicht Nacht-stilte uit zijn bundel Vergeten Liedjes. Om die verbinding tot uitdrukking te brengen gaf ik mijn sonnet als titel de openingswoorden mee van Boutens' gedicht. 

Stil, wees stil

Wees stil, sta stil en luister naar het woord
dat naar de zielen reikt in deze aarde
waarop wij staan en leven met de waarde
die hen met ons verbindt in ieder oord.

Word rustig, adem in en wees gewaar de
ijle lucht rondom als een akkoord,
een samenklank met wat ons toebehoort
waarin wij de verbondenheid aanvaarden.

Eén ademtocht is wat ons bindt en scheidt,
een hartslag verder ligt de stille grens
van einde en beginnen nieuwe sferen

die wij niet kennen met ons klein begeren
dat ons hier op de aarde houdt als mens
in ‘t onbegrijp’lijk wonder van de tijd.

Eelco van der Waals

Boutens'gedicht Nacht-stilte dat mij inspireerde
















Voor veel inwoners en bezoekers van Den Haag leeft P.C. Boutens voort in het woord dat hij vleugels gaf in dit kwatrijn boven de ingang van het voormalige hoofdkantoor van de PTT aan de Haagse Kortenaerkade:



zondag 31 oktober 2021

Bespiegelen aan de Hofvijver

 Afscheid van het Binnenhof - Bespiegelen aan de Hofvijver

Vandaag is de wintertijd weer ingegaan en hebben we de klok één uur teruggezet. Dat maakt dat we op deze zondag een uurtje extra hebben om te doen wat we willen doen. Ik gebruik dat uurtje om te bespiegelen bij mijn naderende afscheid van het Binnenhof.

Gerekend vanaf vandaag valt dat afscheid over 47 weken, dus al minder dan 11 maanden, en als ik daar de vakanties - die op en rond het Binnenhof recessen genoemd worden - van aftrek en alleen de netto werkdagen voor Eerste en Tweede Kamer bij elkaar optel die overblijven, is het nog korter. Tijd dus om terug én vooruit te kijken in mijn kleine serie Afscheid van het Binnenhof die ook te volgen is op de gelijkname site https://sites.google.com/view/afscheid-van-het-binnenhof/homepage.

Waar kan ik beter mee bespiegelen dan met deze foto die ik op een van mijn ontelbare lunchpauzewandelingen over en rond het Binnenhof en de Hofvijver maakte? We zien hier het Torentje weerspiegeld in het water van diezelfde Hofvijver, een magische plek vol levende geschiedenis die me vanaf mijn entree op het Binnenhof in 1975 altijd al heeft aangetrokken. Deze foto nam ik vanaf het stukje net buiten de Grenadierspoort, tussen het Torentje en het Mauritshuis dat we hier rechts op de foto weerspiegeld zien in het water.

Dat water tussen die twee gebouwen in is overigens het állerlaatste stukje dat is overgebleven van de grachten die eeuwenlang het Binnenhof omringden - en die via het Spui zelfs verbonden waren met Delft. Die grachten zijn in de loop der tijd vrijwel allemaal gedempt, alleen de Hofvijver en dit kleine stukje naast het Torentje bleven ervan over.

De grootschalige opknapbeurt van het Binnenhof gaat ertoe leiden dat er weer een stukje gracht wordt teruggebracht: de Hofgracht, die in de 19de eeuw werd gedempt, wordt gedeeltelijk hersteld, en gaat dan lopen van de Hofvijver langs de Mauritstoren en de gevels van Eerste en Tweede Kamer aan de Hofweg tot aan de Hofplaats, over een lengte van ongeveer 90 meter. Tegen die tijd kan de lunchpauzewandelaar van die dagen dus dankbaar bespiegelen bij de geschiedenis van díe kant van het Binnenhof en daar mooie foto's maken.

Wij denken in ónze tijd bij het Torentje meteen aan de werkkamer van de minister-president, maar dat is niet altijd zo geweest. Weliswaar had Johan Rudolph Thorbecke - in 1849 - als eerste minister-president zijn werkkamer in het Torentje, maar na hem hadden premiers ook elders op het Binnenhof hun werkvertrek. Totdat Ruud Lubbers in 1982 er (tot zijn aftreden in 1994) zijn kantoor vestigde en dat nadien tot in onze dagen zo bleef. Wim Kok (1994-2002), Jan Peter Balkenende (2002-2010) en Mark Rutte (2010-heden) hebben net als Lubbers en Thorbecke (Rutte's grote liberale voorbeeld) dus bij het nadenken over hun beleid allemaal vanuit het Torentje uitgekeken over de rimpelingen van de Hofvijver die zo geleidend kunnen zijn voor de gedachtenvorming en voor verhelderende inzichten.

Mijn inzichten zijn nu al vooral gericht op de jaren ná mijn vertrek van het Binnenhof. Met nog 47 weken te gaan tot mijn pensionering sta ik stil bij de 47 jaar die mijn loopbaan dan heeft geduurd. De Hofvijver zal ik nog vaak blijven opzoeken om er gedachteloos weg te dromen bij een schat aan herinneringen.




zaterdag 30 oktober 2021

Dolfijnendans

Over twee weken is het 13 november en opent de tentoonstelling "Organische Krachten" in de Haagse Kunstkring met werk van Annemarie Spijkerman, Theo ten Have en Rob van Doeselaar.

Drie weken geleden ging de telefoon en belde Annemarie mij mede namens de andere twee kunstenaars met de vraag of ik hun tentoonstelling zou willen openen. Ik was verrast en vereerd.

Theo ten Have ken ik van deze drie het langst: in de vroege jaren '80 woonde ik aan het Groenewegje in Den Haag en begon ik samen met Johan Doesburg en Frederick Linck een kunsttijdschrift: Retirade. In een ander stukje zal ik nog wel wat uitgebreider ingaan op ons vermetelijke initiatief, maar nu gaat het om Theo.

Hij was een van de inzenders van het eerste uur en stond met twee plastieken in ons blad, die hij maakte in zijn atelier in de Spanjaardshof, het voormalige verpleeghuis op de hoek Westeinde/Lange Lombardstraat.

Daar zag ik voor het eerst zijn werk, ijl en stoer tegelijk, organisch met vloeiende lijnen, en zag ik hoe hij er relativerend, bedachtzaam en serieus over sprak. In het volgende nummer van Retirade interviewde Conny Kuipéri hem onder de kop "Ik word geïnspireerd door de eenvoud", en maakte haar partner, fotograaf Frederick Linck, een foto van hem in kenmerkend zwart/wit waarop Theo in die eenvoud en inspiratie te zien is. Theo zegt daar over zijn werk: "Het is begonnen als een vorm die er heel natuurlijk uit moet zien. Mensen zeiden, het lijkt op een vis. Daarom noem ik het nu mijn vissen." Het zijn de vormen die in die tijd in zijn atelier gestalte krijgen, in visachtige sculpturen van hout, gips en tectyl op een frame van ijzer.

Theo ten Have, foto Frederick Linck, 1984, Retirade


 














Jaren gingen voorbij waarin ik een ander leven leidde in Amsterdam, tot ik na 20 jaar terugkeerde naar Den Haag en Theo weer tegenkwam. Hij werkte nog altijd in de Spanjaardshof en was niets veranderd.

Ik leerde Voorburg (beter) kennen en ontdekte daar in het Noteboompark een beeld in het water van de grote vijver dat me onmiddellijk aansprak en dat inmiddels tot mijn lievelingsbeelden behoort. 

Het bleek Dolfijnendans te heten, een titel die meteen tot leven komt in het wervelende brons waarin het er al sinds 2001 - nu al 20 jaar geleden - in het water staat. En het blijkt een kunstwerk te zijn van Theo, wat ik niet wist maar met terugwerkende kracht moeiteloos kan raden. Tegenwoordig loop of fiets ik er iedere week wel een keer langs.

Theo is met zijn beelden weer terug in mijn belevingswereld, zoals ik inmiddels alweer lang terug ben in Den Haag. Het voelt als thuiskomen na een lange reis. 

Die reis gaat verder in de Kunstkring, waar ik werkend lid ben van de afdeling Letteren, en waar ik over twee weken met met veel plezier het werk van Theo, Annemarie en Rob zal inleiden. Bij mijn persoonlijke connectie met Annemarie en met Rob sta ik hier vóór die tijd graag nader stil, maar nu heb ik alvast een dierbare herinnering tot leven gewekt aan Theo en zijn inspirerende werk.

Theo ten Have, Dolfijnendans, brons, 2001



Letterensalon

Vanochtend was weer de Letterensalon*) van de Haagse Kunstkring, waar dichters, schrijvers, voordrachtskunstenaars, acteurs en andere werken...