Over twee weken is het 13 november en opent de tentoonstelling "Organische Krachten" in de Haagse Kunstkring met werk van Annemarie Spijkerman, Theo ten Have en Rob van Doeselaar.
Drie weken geleden ging de telefoon en belde Annemarie mij mede namens de andere twee kunstenaars met de vraag of ik hun tentoonstelling zou willen openen. Ik was verrast en vereerd.
Theo ten Have ken ik van deze drie het langst: in de vroege jaren '80 woonde ik aan het Groenewegje in Den Haag en begon ik samen met Johan Doesburg en Frederick Linck een kunsttijdschrift: Retirade. In een ander stukje zal ik nog wel wat uitgebreider ingaan op ons vermetelijke initiatief, maar nu gaat het om Theo.
Hij was een van de inzenders van het eerste uur en stond met twee plastieken in ons blad, die hij maakte in zijn atelier in de Spanjaardshof, het voormalige verpleeghuis op de hoek Westeinde/Lange Lombardstraat.
Daar zag ik voor het eerst zijn werk, ijl en stoer tegelijk, organisch met vloeiende lijnen, en zag ik hoe hij er relativerend, bedachtzaam en serieus over sprak. In het volgende nummer van Retirade interviewde Conny Kuipéri hem onder de kop "Ik word geïnspireerd door de eenvoud", en maakte haar partner, fotograaf Frederick Linck, een foto van hem in kenmerkend zwart/wit waarop Theo in die eenvoud en inspiratie te zien is. Theo zegt daar over zijn werk: "Het is begonnen als een vorm die er heel natuurlijk uit moet zien. Mensen zeiden, het lijkt op een vis. Daarom noem ik het nu mijn vissen." Het zijn de vormen die in die tijd in zijn atelier gestalte krijgen, in visachtige sculpturen van hout, gips en tectyl op een frame van ijzer.
Theo ten Have, foto Frederick Linck, 1984, Retirade |
Jaren gingen voorbij waarin ik een ander leven leidde in Amsterdam, tot ik na 20 jaar terugkeerde naar Den Haag en Theo weer tegenkwam. Hij werkte nog altijd in de Spanjaardshof en was niets veranderd.
Ik leerde Voorburg (beter) kennen en ontdekte daar in het Noteboompark een beeld in het water van de grote vijver dat me onmiddellijk aansprak en dat inmiddels tot mijn lievelingsbeelden behoort.
Het bleek Dolfijnendans te heten, een titel die meteen tot leven komt in het wervelende brons waarin het er al sinds 2001 - nu al 20 jaar geleden - in het water staat. En het blijkt een kunstwerk te zijn van Theo, wat ik niet wist maar met terugwerkende kracht moeiteloos kan raden. Tegenwoordig loop of fiets ik er iedere week wel een keer langs.
Theo is met zijn beelden weer terug in mijn belevingswereld, zoals ik inmiddels alweer lang terug ben in Den Haag. Het voelt als thuiskomen na een lange reis.
Die reis gaat verder in de Kunstkring, waar ik werkend lid ben van de afdeling Letteren, en waar ik over twee weken met met veel plezier het werk van Theo, Annemarie en Rob zal inleiden. Bij mijn persoonlijke connectie met Annemarie en met Rob sta ik hier vóór die tijd graag nader stil, maar nu heb ik alvast een dierbare herinnering tot leven gewekt aan Theo en zijn inspirerende werk.
Theo ten Have, Dolfijnendans, brons, 2001 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten