Onlangs kreeg ik van mijn zoon Zwier een tas terug die nog bij hem stond. Naar de helft van de inhoud had ik nooit meer omgekeken, wat maar weer laat zien hoe weinig duurzaam het vergaren van veel spullen soms kan zijn.
Mijn oog bleef hangen op een boekje dat ik jaren geleden met veel plezier had aangeschaft en bestudeerd: een Franstalige uitgave van het Museum voor Land- en Volkenkunde en het Maritiem Museum "Prins Hendrik" over de Chinese jonk*). Meteen kwamen de beelden en herinneringen weer naar boven die hieraan verbonden waren, en het plan waarvoor ik dit boekje indertijd had gekocht.
Ik woonde toen in hartje Amsterdam aan het water en had een meerpersoons kano waarmee ik regelmatig het hele centrum en de wijken eromheen doorkruiste. Toen Zwier nog klein was, zat hij op school op het Frederiksplein en haalde ik hem vaak met deze kano van school. Dan namen we regelmatig een vriendje mee om over de Amstel terug te peddelen naar huis. Over die kleine genoegens schrijf ik binnenkort nog wel eens een stukje, maar nu gaat het over dit boekje en het jonkzeil.
Vóór deze kano - een Nautiraid Randoraid - had ik een tweepersoons vouwkano, waarmee je niet alleen kon peddelen maar ook zeilen. Er zat een opvouwbaar mastje bij met een grootzeil(tje) en fok(je), en aan een dwarsstang achter de mast kon je twee zijzwaardjes bevestigen tegen het verlijeren. In mijn eerste jaar met deze boot in Amsterdam probeerde ik alles uit, en zo zeilde ik het IJ op en neer met als contragewicht een paar stoeptegels rond het mastje omdat dat anders de lichte lattenconstructie van de boot wel erg opzij trok wanneer de wind in de zeilen blies.
Maar nu had ik een degelijke en stabielere kano en moest het mogelijk zijn om die ook zeilend te maken. Ik zag het al voor me, want in ons land waait de wind vaak uit één richting, en zo'n simpel zeiltuig als ik eerder met mijn vouwkano had gebruikt zou het mogelijk maken om heen tegen de wind in te peddelen en met de wind in de rug terug te zeilen - vóór de wind, met ruime wind of met halve wind. Dat was de gedachte.
Mijn vouwkano en het bijbehorende zeiltuig had ik niet meer, en dus ging ik op zoek naar alternatieven. Zo kwam ik uit bij het jonkzeil, en meer in het bijzonder het plaatje van een langwerpige Chinese sampan met een simpel en vernuftig zeil - zie het plaatje hierbij.
Mijn interesse was gewekt. De afbeelding bleek afkomstig uit het boekje dat ik antiquarisch wist te bemachtigen: *) Le Jonques Chinoises - Construction de la Jonque, par L. Audemard, Capitaine de Frégate, een uitgave uit 1959.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten