vrijdag 30 december 2022

Room with a view

Er was een tijd dat ik in mijn schetsboekje overal raamuitzichtjes tekende in snelle schetsen, met potlood, balpen en kleur- of aquarelpotlood. In de loop der jaren moet ik er tientallen hebben getekend. De meeste zijn verdwenen in het spreekwoordelijke zwarte gat, maar een paar heb ik bewaard en zet ik hier op mijn blog bij elkaar. Nu ik er zo door mijn oogharen naar kijk komt de plek waar ik zo'n schetsje maakte weer moeiteloos terug, en de zin om weer vaker raamuitzichtjes te tekenen op plekken die daarom vragen. 

Met het nieuwe jaar voor de deur - morgen is het oudjaarsdag, dus nog twee nachtjes slapen - klinkt dat als een goed voornemen. Leve het uitzicht!


Room with a view - Afscheid van Marlene's uitzicht, Den Haag
Droge naald, aquarelpotlood. 

Uitzicht op de Corvershof bij avond, Amsterdam.
Potlood, kleurpotlood.








Raamuitzicht, Rechtstraat, Maastricht
Potlood, kleurpotlood





Raamuitzichtje in de Vogezen
Potlood, kleurpotlood




Raamuitzicht op de Via Ventiquattro Maggio, Rome.
Pen, aquarelpotlood.







Raamuitzichtje uit B67, snelle schets in mijn tekenboekje
op de 3e verdieping van de B-vleugel
Potlood, kleurpotlood.  



woensdag 28 december 2022

Een voornemen voor 2023

Vandaag is het 28 december 2022. De kerstdagen liggen achter ons, en het oude jaar is nog drie dagen oud voordat we het nieuwe jaar 2023 ingaan. Tijd voor rust en goede voornemens, terugblikken én vooruitkijken.

Voor mij komen die twee blik- en gemoedsbewegingen samen in de ets die ik sinds gisteren in huis heb, met als titel en onderwerp de Stadhouderspoort van het Binnenhof, gemaakt door meester-etser Wim Bettenhausen. Ik kocht deze ets (en een foto van Hans Kouwenhoven waarover in een volgend stukje) als aandenken aan de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof die gisteren eindigde, en natuurlijk omdat ik al tientallen jaren een groot bewonderaar ben van het werk van Bettenhausen.

Die tentoonstelling had ik georganiseerd om mijn pensionering te markeren, en in datzelfde kader deed ik mezelf een cursus cadeau: leren etsen bij Jan Naezer, ook al zo'n etser die ik bewonder om zijn eigen, heldere signatuur. 

Na een kleine twee maanden op zijn atelier begin ik meer oog te krijgen voor de aquatint als manier om toonwaarden uit te drukken op het papier, naast de lijn waar ik me als autodidactisch tekenaar tot nu toe altijd in snelle schetsen van bediende.

Vóór de kerstvakantie van het atelier heb ik mijn al-ler-eer-ste, voorzichtige schrede op dit pad gezet en aan het werk van mijn buren op het atelier Yvonne en Robert heb ik al een beetje gezien welke mogelijkheden zij daarmee weten te bereiken. Ziedaar een van mijn goede voornemens voor 2023.

Terug naar Bettenhausen en het Binnenhof. Want het topstuk op de genoemde tentoonstelling - voor mij en anderen - was zijn grote ets/aquatint Hofvijver, waarvan ik hier het hoekje rechtsonder laat zien. We zien de Mauritstoren, de ramen van het sousterrain van de Eerste Kamer en de onderkant van de ramen van de plenaire vergaderzaal, een stukje van het eilandje in de Hofvijver en de weerspiegeling van de gebouwen daarin op de voorgrond. 

Om die weerspiegeling gaat het me hier. Want door in te zoomen op de afbeelding lost de waanzinnig knappe detaillering van het figuratieve waarin Bettenhausen uitblinkt op in de abstractie van Naezer, en zo komen ook die twee samen op dit kleine kruispunt in de tijd - zo tussen de kerstdagen en het nieuwe jaar, waarin ik me door nu goed te kijken verder ga bekwamen in de lijn en de toon.

Zo zie je maar weer hoe heilzaam het is om even afstand te nemen en de rust te laten neerdalen voordat een nieuwe periode begint.  



donderdag 15 december 2022

De Stadhouderspoort

Op 25 september van dit jaar ging ik met pensioen na een lang werkzaam leven dat begon op het Binnenhof en eindigde bij dezelfde werkgever (de Tweede Kamer) op diens tijdelijke adres na de verhuizing van datzelfde Binnenhof.

Dé plek waar ik in al die jaren het Binnenhof betrad en verliet is de poort tussen Binnen- en Buitenhof: de Stadhouderspoort, met zijn brede doorgang in het midden en twee smalle doorgangen aan weerszijden. Hoe vaak ben ik tussen de middag een harinkje gaan happen of halen bij de haringkraam aan de Hofvijver vlak naast deze poort? 

Nu heb ik dit aandenken sinds gisteren in mijn bezit, dat wil zeggen de prachtige ets die Wim Bettenhausen ervan maakte en die nu (nog t/m 26 december 2022) te zien is in de Haagse Kunstkring met andere verstilde etsen van zijn hand van Hofvijver en Binnenhof - tijdens de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof die ik zelf mocht organiseren om dat pensioen en dat afscheid van het Binnenhof te markeren. 

De cirkel is rond. Want tegelijk met mij kocht gisteren mijn oud-collega met wie ik samen in 1975 begon een ándere ets van Bettenhausen, zodat we straks allebei een stukje Binnenhof thuis aan de muur hebben hangen dat de ontelbare herinneringen belichaamt aan dat lange en werkzame leven. 



zaterdag 26 november 2022

De verbeelding aan de macht

De tijd is een spekkoek. Ik loop aan de schrijvershand van Peter Bootsma en (wijlen) Willem Breedveld door de jaren van het kabinet-Den Uyl die ik zelf meemaakte in mijn beginjaren op het Binnenhof. Hun boek De verbeelding aan de macht brengt bijna 50 jaar na dato weer lagen aan de oppervlakte en herinneringen naar boven die in het huidige tijdsgewricht bijna niet meer voor te stellen zijn. In het kader van de lezing die Jan Pronk op 10 december a.s. in de Haagse Kunstkring zal houden onder dezelfde titel is het goed om weer in deze geschiedenis te duiken en er nieuwe lessen uit te trekken. 

Uit de flaptektst (van 1999): "Ruim een kwart eeuw geleden trad het kabinet-Den Uyl aan; een kabinet dat nog steeds tot de verbeelding spreekt. Voorstanders ervan prijzen het idealisme van de ministersploeg en de oprechte betrokkenheid met de samenleving; tegenstanders worden niet moe te wijzen op de aanmatigende hervormingsdrift en de drammerigheid van de bewindslieden van toen. Dit eigenzinnige kabinet lijkt in niets op hedendaagse kabinetten. Toen: polarisatie, links tegen rechts en politieke strijd in huiskamers. Nu: absolute depolarisatie, links samen met rechts in een regering, en een politiek van bestuurders voor bestuurders."

Ik ben blij dat ik deze roemruchte periode en dit inmiddels legendarische kabinet heb meegemaakt in de Oude Zaal tijdens de lange vergaderingen met de volle tribunes. Het ging ergens over. En het is een eer om Jan Pronk twee contrasterende tijdperken te zien verbinden en de vraag te horen beantwoorden of het in deze tijd nog zin heeft te pleiten voor “De verbeelding aan de macht”.



woensdag 26 oktober 2022

Gedicht voor Jan Tinbergen

Op 2 november, vandaag over een week, is het Allerzielen en neem ik als dichter wederom deel aan de manifestatie Dichter bij de dood op de mooie oude Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen. Dit jaar gedenk ik de daar begraven econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen, in wiens geest ik dit sonnet schreef dat ik er zal voordragen. Komt allen! 

Prof. dr. Jan Tinbergen (1903-1994)

Bezie de wereld als een groot geheel
bewoond door mensen met hun deelbelangen 
en trek daartussen lijnen, samenhangen.
Doe ieder recht met een rechtvaardig deel.

Stuur mee en kijk vooruit naar nieuwe tijden,
ga stapsgewijs te werk vanuit je doel, 
wees rationeel en eerlijk, met gevoel 
en laat je door humane krachten leiden.

Werk samen aan een plan voor deze aarde
en luister naar degenen die het raakt.
Denk steeds vooruit zoals wanneer je schaakt
en laat altijd de ander in zijn waarde.

Bedien je van de rust en van de rede
en bovenal, organiseer de vrede.

Eelco van der Waals 

Mijn gedicht is met de gedichten die ik bij de vorige edities schreef met context te lezen op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/2022



zaterdag 22 oktober 2022

De Portugese synagoge van Den Haag

Hoe groot is een stad? Groter dan je denkt, is het enige antwoord dat ik kan verzinnen op basis van mijn eigen omzwervingen die me telkens naar en langs nieuwe plekken voeren, ook in buurten waarvan ik dacht dat ik ze op mijn duimpje kende.

Van de week was ik op weg naar de Haagse Kunstkring aan de Denneweg en besloot ik een andere route te kiezen dan gewoonlijk. Zo fietste ik opeens door de rustige Jan Evertstraat, parallel aan Prinsessegracht en Nieuwe Uitleg, die de Kanonstraat met de zijtak van diezelfde Nieuwe Uitleg verbindt. Ik was er niet eerder geweest. Bij een monumentaal hek met indrukwekkende bomen erachter stapte ik af en keek ik nieuwsgierig door een opening in dat hek naar wat zich daarachter bevond.

Wat ik zag trof me meteen en gaf me een gevoel van grote herkenning, vertrouwd als ik was met het beeld van de Amsterdamse evenknie van deze plek. Hier bevond zich de Portugese synagoge van Den Haag, met boven de ingang Hebreeuwse letters כמה יפים הם הבתים שלך die - zoals ik naderhand heb opgezocht - in Nederlandse vertaling staan voor "Hoe lieflijk zijn uw Woningen". 

Mijn herkenning was helemaal niet vreemd, want dit Haagse synagogegebouw blijkt te zijn opgetrokken naar het voorbeeld van de Amsterdamse synagoge of esnoga, en is - althans de voorgevel - eveneens ontworpen door de beroemde architect Daniel Marot (1661-1752).

Met mijn telefoon maakte ik er deze foto van, die ik hier deel, en nu deze plek zijn betekenis voor me heeft uitgevouwen is de stad weer een stukje groter geworden dan voor dit moment.

Net als in Amsterdam vestigden de Sefardische en de Asjkenazische Joden zich op verschillende plekken in de stad. In Amsterdam heb ik zelf lang in een voormalig Sefardisch huis gewoond, van Augustus Pieter Lopez Suasso aan Nieuwe Herengracht 43, en ken ik de geschiedenis van die buurt op mijn al genoemde duimpje.

Maar ook hier in Den Haag was ik al langer bekend met een deel van de Joodse geschiedenis, uit belangstelling en doordat ik lang in de zogeheten Verdwenen buurt heb gewoond en er nog vaak kom, achter de (ook al van origine Joodse) Bijenkorf tot aan de Paviljoensgracht. In de Haagse Wagenstraat staat nog altijd de grote sjoel van de Asjkenazische Joden, die nu in gebruik is als moskee.

Over deze voormalige Joodse buurt, dus in het oude centrum van Den Haag, schreef ik jaren geleden mijn gedichtencyclus Weerspiegeling - Een ode aan de verdwenen Joodse buurt van Den Haag, die ik in een volgende bespiegeling graag weer eens tegen het licht zal houden. 

En het zou zomaar kunnen dat die na deze onverwachte ontdekking een vervolg gaat krijgen. Het leven is vol wonderen.

De Portugese synagoge aan de Jan Everstraat, Den Haag. Foto Eelco van der Waals




maandag 10 oktober 2022

Onder de kurk

Gisteren bottelde ik mijn eerste druivenlikeur, die nu feestelijk staat te glanzen in de eerste vier flesjes met kurk en krimpcapsule en voorzien van handgeschreven etiketten met gouden randje. Eind augustus schreef ik al over de druivenoogst van een zonnige zomer - de kleine zoete diepblauwe druiven van de oude wijnstok die weelderig groeit over mijn fietsenschuurtje.

Nu was dan het moment daar om de eerste lichting te filteren, te proeven uit kleine glaasjes (heerlijk!) en in slanke flesjes te bewaren zolang het duurt. De tweede helft van het voorraadje laat ik in glas op brandewijn nog langer macereren om meer op smaak te komen.

Na de likeur die ik al eerder maakte van peren, pruimen, vijgen, kiwi's, citroenen en hazelnoten kan ik nu dan ook druivenlikeur aan mijn eigenhandig bereide verzameling likeuren toevoegen. 

Het is een dankbare bezigheid om zo, naast jams en chutneys, overtollig fruit van het seizoen te verwerken en een feestelijk tweede leven te geven.

Fijn om weer wat lekkers onder de kurk te hebben nu het najaar weer op het venster klopt. Het stemt tot dankbaarheid en doet me denken aan de uitspraak van schrijfster Daphne du Maurier over het herleven van herinneringen: 

"Als er nu toch eens een uitvinding gedaan werd, dat je een herinnering kon bottelen als een geur. En dan moest het nooit slapper worden of muf. En als je het dan nodig had, kon je de kurk van de fles nemen en dan zou het zijn of je het ogenblik helemaal opnieuw beleefde."



zondag 25 september 2022

Met pensioen!

Op de laatste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen namen mijn collega Coby en ik afscheid van ons werkende leven. In de foyer van de Max van der Stoelzaal was een afscheidsreceptie voor ons aangericht waar ik nu, drie dagen later, nog steeds van zit na te genieten. Ons diensthoofd hield een prachtige en persoonlijke toespraak vol herinneringen en zorgvuldig gekozen observaties. Er waren persoonlijke gasten gekomen die een zichtbare hink-stap-sprong vormden in mijn gevarieerde loopbaan. De collega's bedachten ons met warme woorden en een enorme hartelijkheid. En ik was overweldigd door de overvloed aan mooie en welgekozen cadeaus, die ik hieronder op de foto heb gezet en waarvoor ik de gulle gevers een persoonlijk bedankje stuur.

Al met al was het een afscheid dat mij en mijn collega nog heel lang zal heugen. Het stemt tot grote dankbaarheid op deze allereerste dag van mijn gepensioneerde bestaan en slaat een brug die de vorige levensfase met deze nieuwe verbindt tot één geheel in samenhang.

Dankbaar ben ik voor alles wat ik in mijn werkende leven heb kunnen en mogen doen en voor alle waardevolle ontmoetingen in al die jaren die mijn leven hebben verrijkt en die ik nog lang met me meedraag als een bron van inspiratie.




donderdag 8 september 2022

Kunst in de Kamer

De Tweede Kamer heeft - net als de Eerste Kamer - een eigen kunstcollectie, die 1300 kunstwerken omvat. Het grootste deel hangt, ligt en staat in het depot, een kleiner deel is te zien in de zalen, gangen en werkkamers van het gebouw. Beheerder van de collectie Hasna Bajraktarevic gaf afgelopen dinsdag, de dag dat de Kamer na het zomerreces weer voor het eerst bijeenkwam, een rondleiding langs het in de zalen en gangen zichtbare deel van de collectie. Samen met mijn collega Coby nam ik deel aan deze rondleiding, waarbij Hasna enthousiast en met kennis van zaken vertelde over de achtergrond en ontstaansgeschiedenis van ieder werk. Portretten, landschappen, beelden en plastieken, glaskunst en keramiek, het kwam allemaal voorbij in deze interessante rondleiding van anderhalf uur, die Hasna met regelmaat verzorgt en die ik van harte kan aanbevelen voor wie eens achter de schermen wil kijken en (de) kunst in de Kamer met eigen ogen wil zien.

Een van de hoogtepunten was en blijft voor mij de collectie getekende voorzittersportretten die ik al kende uit de Voorzittersgang op het Binnenhof, waarvan het leeuwendeel is getekend door Karel James. Ik stond al eerder stil bij het door hem getekende portret van Anne Vondeling.

Karel James was autodidact als tekenaar en was burgemeester van Gouda van 1938 tot de Tweede Wereldoorlog en vanaf de bevrijding tot 1965. Tijdens de oorlog was hij niet in functie. Hij werd gearresteerd en vastgezet in de gevangenis van Scheveningen vanwege vermeende belediging van een Duitse officier. Tijdens zijn gevangenschap bekwaamde hij zich verder in het tekenen van portretten. Van oud-minister van Binnenlandse Zaken Toxopeus kreeg James in 1964 de opdracht om portretten te maken van alle oud-Voorzitters van de Tweede Kamer sinds 1815. 

Een van de portretten in deze galerij die er voor mij uitspringen is dat van Jhr. Mr. D.T. Gevers van Endegeest waar ik tijdens de rondleiding een fotootje van maakte.

Voor mijn collega Coby en mij was deze rondleiding een voorproefje op het project waar we samen na onze pensionering dit najaar afscheid mee nemen van de Kamer. In de Haagse Kunstkring nemen we deel aan de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof van 3 t/m 26 december 2022. In het begeleidende lezingprogramma zal Hasna Bajraktarevic stilstaan bij de kunstcollectie van de Kamer. Houd de website https://sites.google.com/view/kijkennaarhetbinnenhof/homepage/parallelprogramma in de gaten voor meer informatie.



vrijdag 2 september 2022

Afscheid van het Binnenhof

Afscheid van het Binnenhof. Gisteren was de laatste werkdag waarop ik inzetbaar was voor een eventuele ingelaste vergadering van het parlement in deze laatste week van het zomerreces. Het mocht niet zo zijn, de Kamer kwam - na de ingelaste vergadering van 23 augustus - deze week niet terug van reces.

Morgen is het weekend en daarna begint een nieuw parlementair jaar, waarin ik niet in het vergaderrooster vermeld ben, want tot aan mijn pensioen per 25 september heb ik de vakantiedagen opgenomen die ik nog had. Het werk zit er nu dus op, zoals mijn werkende leven over drie weken naadloos overgaat in het mogen zonder moeten en het doen zonder hoeven. Het voelt direct al anders.

Vandaag heb ik lekker in de tuin gewerkt van mijn hofjeshuis met de buren en het lijfelijke gevoel van tijd om in alle rust en ontspanning klussen aan te pakken en af te maken en tevreden terug te zien op het resultaat. Het is het begin van een nieuwe tijdrekening.

Tijd om, nu het Binnenhof in meerdere opzichten achter me ligt, in gedachten de vertrouwde wandeling te maken van Binnenhof 3 langs de Ridderzaal en schuin het carré over te steken dat we allemaal zo  goed kennen als onze nationale openluchthuiskamer. We zien, op deze foto die ik maakte, ijscoman Moes met zijn ijskar in de zon en de dagjesmensen die in een langgerekt nu de tijdloosheid bevolken. 

Hoe zei de dichteres Vasalis het ook alweer in haar gedicht Eb?

"Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?"

--

Eb

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.

Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?

M. Vasalis




donderdag 25 augustus 2022

Druivenlikeur

De afgelopen jaren ontdekte ik de beste manier om overtollig fruit van het seizoen te verwerken en het een feestelijk tweede leven te geven. Na(ast) het maken van jams bleek likeur een heerlijk alternatief. 

Zo maakte ik al eerder likeur van peren, pruimen, vijgen, kiwi's, citroenen en hazelnoten. Maar druiven ontdekte en gebruikte ik er niet eerder voor, tot nu toe. Na een rijke oogst heb ik ze in potten op inmaakbrandewijn gezet en vermengd met suiker. Alleen nog een kaneelstokje en kruidnageltje erbij en dan rustig de komende twee tot drie maanden laten macereren. Dat heet ook wel koude extractie, waarbij het fruit zijn smaak langzaam afgeeft aan de brandewijn.

Nu dus geduldig wachten, af en toe de potten omkeren en als het moment daar is bottelen in mooie kleine flesjes, om die vervolgens uit en/of weg te schenken. Een heerlijk vooruitzicht.



maandag 22 augustus 2022

Terug van reces

Op 3 juli jl. schreef ik mijn laatste stukje in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof, waarin ik stilsta bij de jaren dat ik op het Binnenhof rondliep en bij het einde aan mijn werkzame leven daar, nu ik in september a.s. met pensioen ga, aan het eind van de week met Prinsjesdag en de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik draai dus nog één rondje mee en stap uit de parlementaire draaimolen bij het begin van een nieuw parlementair jaar.

In dat stukje schreef ik al dat er in het lopende zomerreces alle kans is dat de (Tweede) Kamer terugkeert van reces om te debatteren over wat niet kan wachten. Dat gaat er morgen, in de voorlaatste recesweek, inderdaad van komen. 

Op de website van de Tweede Kamer is hierover te lezen (https://www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/tweede-kamer-keert-terug-van-zomerreces): "De Tweede Kamer keert op dinsdag 23 augustus terug van het zomerreces. Kamerlid Geert Wilders (PVV) doet tijdens de regeling van werkzaamheden een verzoek voor een plenair debat. Aanleiding zijn onder meer de uitspraken van Wopke Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, over stikstofafspraken uit het regeerakkoord en de reactie van minister-president Mark Rutte hierop. De vergadering is live te volgen via deze website en de app Debat Direct."

Aangezien ik nu nog steeds in dienst ben van de Kamer en mijn opgenomen vakantie erop zit, behoor ik met mijn aanwezige collega's tot de gelukkigen die morgen weer aantreden om verslag te doen van het verhandelde in de plenaire zaal. Het kost me weinig moeite om het debat voor me te zien zoals dat zich morgen na een korte regeling van werkzaamheden zal ontvouwen. Ik kan ook al bedenken hoe de hoofdrolspelers elkaar tegemoet zullen treden en welke posities ze gaan innemen. De tribunes zullen weer volzitten en de pers zal de hele dag berichten over de spitsvondigheden die gepaard gaan met het verbale wapengekletter.

Mijn collega's en ik doen met de andere ondersteunende diensten van het parlement ons werk om recht te doen aan de belangrijke functie die onze volksvertegenwoordiging vervult in het maatschappelijk verkeer, in dit geval bij de hoog opgelopen stikstofcrisis die de gemoederen nu al maanden bezighoudt en het land verdeelt. Uiteindelijk komt het altijd tot een stemming als basis voor een meerderheidsbeslissing. De meeste stemmen gelden in een democratie.

Het Binnenhof zelf is inmiddels al maanden niet meer toegankelijk vanwege de grootschalige verbouwing, waardoor we met de Tweede Kamer zijn uitgeweken naar het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg ("B67") en met de Eerste Kamer, waar wij ook voor werken, naar Huis Huguetan aan het Lange Voorhout en de Kazernestraat.

Mijn eerste voetstappen op het Binnenhof zette ik in de Eerste Kamer, in november 1975, en aangezien ik dat gebouw de komende jaren na mijn pensionering niet (snel) meer zal betreden haal ik hier een visuele herinnering op met een foto die ik maakte van het trappenhuis van de Eerste Kamer bij Binnenhof 23. De engeltjes in het stucplafond staan symbool voor wat de meningsverschillen van dat moment overstijgt en de bestuurlijke eenheid die aan het eind van vele en langdurige debatten gloort.

Ook morgen komt er een einde aan het debat en is alles rustig na te lezen in de Handelingen en via Debat Gemist, zoals het de gehele dag tijdens het debat te volgen is via de televisie, de livestream op de website van de Kamer en via de app Debat Direct. Een hele organisatie met veel ervaring en professionaliteit zorgt ervoor dat het parlementaire proces ook morgen weer tot in de puntjes verloopt. In het belang van ons hele land. Tot uw dienst.




woensdag 10 augustus 2022

De spiegeling van licht

De schoonheid en de verrassing liggen soms dicht bij huis. Het licht schildert en spiegelt rond mijn favoriete slootje.




dinsdag 9 augustus 2022

Zicht op Hofwijck

Vanmiddag zat ik met mijn lief op een terras te lunchen met zicht op Hofwijck, de buitenplaats van Constantijn Huygens aan de Vliet. Gelukkig had ik mijn tekenboekje en een potlood bij me, dus voordat de lunchsalade kwam had ik mooi even de tijd om een snel schetsje te maken. Dat heb ik thuis een beetje ingekleurd op mijn telefoon. Altijd fijn om te doen en aangenaam om zo'n vingeroefening weer terug te zien.



vrijdag 5 augustus 2022

Richter Roegholt (1)

"waar zullen we later aan denken"

Bij het lezen van dit gedicht denk ik toch vooral aan Richter Roegholt zelf, jarenlang mijn buurman aan de Amsterdamse Nieuwe Herengracht. Jongensachtig, verstrooid, allesweter, rasverteller. Op elke vierkante meter van zijn Amsterdam - in de 2 vierkante kilometer die zijn en mijn actieradius vormde - kon het gebeuren. Je kwam hem tegen, altijd te voet, en binnen een halve minuut nam het gesprek weer alles over waar je eigenlijk mee doende of naar op weg was. In een groot en voor de ander onzichtbaar verband kwam de omgeving waar je op dát moment stond tot leven en kreeg alles zijn betekenis, gedragen door mensen, bezield door idealen en ideeën en gestold in de gebouwen om ons heen. Op een ander moment sta ik graag uitgebreider stil bij Richter en zijn betekenis in mijn eigen leven. Nu gedenk ik hem hier kort in dankbaarheid. Dag Richter ...

--

Amsterdam

Wanneer je denkt hoe het vroeger was
de kleine orgelman in Casablanca
- je ziet hem nu nog wel op straat -
smeet de jofele meiden door de dancing
het was de tijd dat Kid Dynamite nog leefde
die alles kon op trompet en sax
aan de drum zat een neger met een gouden bril
zo ernstig we noemden hem de deftige sprinkhaan
dat was 1950
dat was de muziek
voordat de 45-toerenplaat hier kwam

Later kwam rock 'n roll
het was de laatste winter van de lange rok
er was een wedstrijd in Kras het leek wel atletiek
de kranten schreven dat de jeugd bedorven werd
zoveel beweging denkt u daar niets bij
dat was 1957

De cool jazz kwam in nachtkonserten
en zwarte letter-affiches van Lou van Rees
de rokken waren kort en nauw
er werd niet gesmeten
het geluid van Miles Davis juichte niet
de trompet van Miles
liep zachtjes naar binnen
je werd er stil van
en je vond een nieuwe ruimte
het werd het tijdperk van weed
het kruid waar Mary Juana naar werd genoemd
en de meisjes droegen zwarte maillots
en zwarte kleren zwarte ogen
dat was 1960

Zo was het vroeger
het is ook 1965 geweest
het jaar van Yesterday en Op Art
het is nu december 1966
waar zullen we later aan denken

Richter Roegholt (1925-2005)



maandag 1 augustus 2022

Jan Tinbergen (3)

Jan Tinbergen (3) - De norm voor ontwikkelingshulp

Jan Tinbergen (1903-1994) heeft zich zijn hele actieve leven als vooraanstaand econoom ingezet voor verdrijving van armoede en een eerlijke en rechtvaardige verdeling van welvaart en schaarste. Hij was een pionier op het terrein van de internationale ontwikkelingssamenwerking. Daarbij zocht hij consequent naar wetenschappelijk te onderbouwen oplossingen. 

In 1965 werd hij de eerste voorzitter van de Commissie voor Ontwikkelingsplanning van de Verenigde Naties, met als doel een strategie voor het tweede ontwikkelingsdecennium (1970–1980) voor te bereiden. Tinbergen ontwikkelde er de doelstelling voor ontwikkelingssamenwerking die bekend werd als de Tinbergennorm: de benodigde ontwikkelingshulp om het beoogde doel te halen was ongeveer 1% van het nationale inkomen van de ontwikkelde landen, waarvan ongeveer 0,3 procentpunt werd opgebracht door private inkomensoverdrachten. De overige 0,7 procentpunt was voor de rekening van nationale overheden. Deze 0,7-procentsnorm werd in 1969 overgenomen door de Wereldbank en in 1970 door de VN.

In 1975, met Jan Pronk (leerling en oud-medewerker van Tinbergen) als minister voor Ontwikkelingssamenwerking, haalde Nederland de doelstelling voor het eerst, en de jaren daarna was het budget voor ontwikkelingssamenwerking onomstreden – onder partijen zowel links als rechts op het politieke spectrum.

Hier haal ik de ingezonden brief aan die Jan Tinbergen aan NRC Handelsblad schreef, die op 28 november 1992 in deze krant stond:

"In NRC Handelsblad van 17 november 1992, blz. 2, wordt bericht dat de regering de norm voor ontwikkelingshulp heeft 'geschrapt'. In dat bericht wordt er ook aan herinnerd dat de Verenigde Naties de bekende norm van 0,7% van het bruto nationaal produkt (bnp) hanteren. Onder dit bericht wordt Uw blad aanbevolen aan hen die de nuance zoeken. Gaarne lever ik een nuance, maar 'pas op de opiniepagina'.

Toen in de Algemene Vergadering van 1970 tot de norm van 0,7 werd besloten waren een aantal cijfers nog niet bekend, die uitwijzen dat een norm van 2,0% nodig  is. Bedoelde cijfers toonden nl. aan dat tussen 1960 en 1979 de inkomens per hoofd van de welvarende landen sterker stegen dan die van de arme landen. Er was toen dus divergentie, een zeer ongewenst verschijnsel, dat de immigratie van burgers van arme naar welvarende landen aanmoedigt. Om geen divergentie te krijgen zou minstens 2% hulp nodig zijn. Daarmee zou dan nog geen convergentie bereikt worden.

Toegegeven moet worden, dat na 1970 wel enige convergentie is verkregen. Doch bij de huidige omvang van de hulp (0,35% van het bnp) zou het meer dan negen eeuwen duren voordat de inkomens (voor dezelfde beroepen) van de arme en de rijke landen aan elkaar gelijk zouden zijn geworden. En het officiële hulpbedrag van 0,7% zou die duur van het ontwikkelingsproces maar met 2% bekorten. Zelfs de2% hulp houdt de duur nog boven de acht eeuwen.

Deze cijfers maken de toegenomen immigratie wel begrijpelijk. Het beperken van die immigratie met politiegeweld is te verwerpen. Een betere methode is de behoefte aan migratie te verminderen en dat kan door meer ontwikkelingshulp. Het is, zo bezien, in ons eigen belang om de ontwikkeling van de arme landen te versnellen. Het is geen idealisme of altruïsme; het is alleen minder kortzichtigheid  - een kwaal waaraan veel mensen lijden."

J. Tinbergen
Den Haag

De conclusie van Tinbergen is ook 30 jaar na deze brief nog hoogst actueel, net als de inzichten die ik eerder van hem aanhaalde, uit 1934 over een basisinkomen en uit 1993 over een wereldregering.

Jan Tinbergen was zijn tijd ver vooruit en verdient groot respect voor zijn visie op en inzet voor een betere wereld. Het is de reden dat ik als dichter voor hem heb gekozen in het kader van het project Dichter bij de dood op begraafplaats Oud Eik en Duinen waar hij begraven is. Tijdens Allerzielen (2 november) van dit jaar draag ik er mijn gedicht voor waarin ik de kern heb proberen te raken van zijn opvattingen en ideeën. 

Mijn gedichten bij vorige edities van Dichter bij de dood vind je op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/home

Deze ingezonden brief van Tinbergen is te lezen in het aan hem gewijde archief op https://eur.contentdm.oclc.org/digital/collection/tb_mans/id/13264/rec/64.



zaterdag 30 juli 2022

Jan Tinbergen (2)

Jan Tinbergen (2)

In zijn lange leven heeft natuurkundige, econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen (1903-1994) blijk gegeven van een analytische geest en een gefundeerd idealisme. Dat hij tot op hoge leeftijd is blijven publiceren over zijn ideeën voor een betere wereld blijkt wel uit het Engelstalige opstel dat ik hier van hem deel, onder de titel "The Need for Global Governance." Hij schreef het in 1993, een jaar voor zijn dood. 

De laatste alinea is veelzeggend: "I hope this sketch provides the reader with a sufficiently concrete image of how to conceive of world governance. Many alternatives and better examples are possible, but the fundamental point is that we believe in the possibility of a world government. Without it we shall have no future."

Alleen door samenwerking en afspraken op wereldschaal ziet Tinbergen mogelijkheden om grote problemen op te lossen op het gebied van vrede en veiligheid, milieuvervuiling, armoede en onderontwikkeling, duurzaamheid en het behoud van voldoende natuurlijke hulpbronnen. De beheersing van kernwapens, het schoonhouden van de oceanen en het voorkomen van klimaatverandering noemt hij in zijn tweede alinea als voorbeelden, die in de 29 jaar sinds het schrijven van dit opstel alleen maar prangender zijn geworden.

In zijn boek Een leefbare wereld (1970) stond Tinbergen al stil bij de gedachte van een wereldregering. Een citaat daaruit: "Bij velen bestaat grote reserve, om het zacht uit te drukken, ten aanzien van elk pleidooi voor een ‘wereldregering’, waarmee men een wereldorde ook zou kunnen aanduiden. Doch een deel van deze reserve en tegenstand berust op een reeks misverstanden. Een eerste misverstand is dat men door de nationale staat te handhaven vrij blijft. (...) Een tweede misverstand is dat men denkt dat alles wat nu door nationale regeringen wordt beslist onder een wereldorde door de ‘wereldregering’ zou worden beslist."

In zijn opstel uit 1993 probeert hij het tweede misverstand van hierboven weg te nemen door met een concrete handreiking te komen: "Which level should be chosen to address a given problem? The answer is given by what I call the 'theory of the optmium level of decision making', or what some have called  'subsidiarity'. Two principles must be satisfied: (i) agreement on the interests dealt with must be attained, and (ii) at the lowest possible level. The lower that level is, the more democratic the  decision making is. But if a decision affects others, they must be involved, otherwise it will lead to conflict. For example, if industrial wastes from one country pollute another country's drinking water, both countries must agree how to eliminate polution and how to to pay for it."

De Verenigde Naties ziet Tinbergen als de basis voor zo'n wereldregering. De VN is immers juist opgericht met het doel om wereldomvattende problemen op te lossen. Het 50-jarig bestaan van de VN in 1995 biedt in zijn ogen de gelegenheid om de organisatie te versterken en hervormen.

Hiermee laat Jan Tinbergen zien dat hij idealistische vergezichten koppelt aan een praktische en doelgerichte aanpak, waarbij hij - in de woorden van zijn leerling Jan Pronk - niet vooruit droomt maar vooruit denkt en altijd probeert "oplossingen aan te dragen die, ook al waren ze niet aanstonds toepasbaar, in een tijdsbestek van vijf tot zeven á tien jaar verwezenlijkt konden worden."

De thema's die Tinbergen behandelt in zijn veelomvattende werk zijn ook nu nog actueel, zoals ik op 25 juli al liet zien in de vorige aflevering van deze aan hem gewijde korte serie. Toen ging het over zijn pleidooi (in 1934!) voor een basisinkomen. 

Jan Tinbergen is van alle tijden. Hij verdient het dat zijn gedachtegoed een rol blijft spelen in het oplossingsgerichte debat over de vraagstukken van onze tijd.

Voor Tinbergen heb ik als dichter gekozen in het kader van het project Dichter bij de dood op graf op de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen, waar hij sinds zijn overlijden in 1994 begraven ligt in graf 1-6347. Het gedicht dat ik over hem en zijn nalatenschap schrijf draag ik daar voor tijdens Allerzielen (2 november) van dit jaar om hem te eren. 

Mijn gedichten bij vorige edities van Dichter bij de dood vind je op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/home.

Jan Tinbergen leeft. Leve Tinbergen.



































maandag 25 juli 2022

Jan Tinbergen (1)

Ik ben me aan het inlezen in het gedachtegoed van econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen. Gisteren was ik bij zijn graf op de mooie Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen, waar hij sinds zijn overlijden in 1994 begraven ligt in graf 1-6347.

Over Tinbergen schrijf ik een gedicht waarin ik de kern probeer te raken van zijn opvattingen en ideeën. Dat doe ik voor het project Dichter bij de dood waaraan ik al vanaf 2016 als dichter meewerk: het op deze begraafplaats voordragen van zelfgeschreven gedichten over de dood tijdens Allerzielen (2 november), om zo dichters, schrijvers, kunstenaars en anderen te eren die hier begraven zijn. Na vorige edities koos ik dit jaar voor prof. dr. Jan Tinbergen (1903-1994). 

Van en over Tinbergen is veel te vinden, ook veel wat raakvlakken heeft met de wereld en de maatschappelijke vraagstukken van 2022, 28 jaar na zijn overlijden en 119 jaar na zijn geboorte. Het laat zien dat zijn gedachtegoed nog in hoge mate actueel is.

Bijna tienduizend brieven uit de wetenschappelijke correspondentie van Jan Tinbergen zijn online te raadplegen op https://tinbergenletters.eur.nl.

Zo laat ik hier de brief uit dit hoogst interessante archief zien die Tinbergen in oktober 1934 schreef aan Koos Vorrink, in reactie op een geschrift van "den heer Lewe van Middelstum". Ik citeer:

"Wat mij echter zeer interessant in het geschrift is, is zijn pleidooi voor iets, waar ik me de laatste tijd ook warm voor maak, n.l. voor wat ik heb genoemd een basis-inkomen, di. een inkomen, dat door de gemeenschap aan ieder (volwassen) lid wordt uitgekeerd, of hij werkt of niet. Het in het bedrijf verdiende loon zal dan natuurlijk afnemen, maar de bestaanszekerheid is veel groter, mede omdat de werkloosheid er ernstig door zal verminderen. Zowel bij het Plan van de Arbeid (bij de voorbereidingen beter gezegd) als in andere kringen breek ik er diverse lansen voor en het trof mij, dat ook de heer L.v.M. daarvoor voelt."

Het idee van een basisinkomen is al lang in discussie en het laatste woord is er zeker nog niet over gezegd. Dit is slechts één voorbeeld dat laat zien dat Jan Tinbergen ook zoveel jaren na zijn dood nog van betekenis is voor het discours van onze tijd en het vinden van oplossingen voor maatschappelijke kwesties. In komende afleveringen van deze aan hem gewijde korte serie zal ik nog enkele voorbeelden aanhalen.

Alle reden om Jan Tinbergen voor het voetlicht te halen en het stof weg te blazen dat hier en daar op zijn nalatenschap is neergedwarreld. Wie schrijft die blijft, de wetenschapper én de dichter.

--

Mijn gedichten bij vorige edities van Dichter bij de dood vind je op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/home




zondag 3 juli 2022

Max van der Stoel

Afscheid van het Binnenhof- Terug naar Max van der Stoel

Morgen begint de laatste vergaderweek vóór het zomerreces van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer, waar onze dienst ook - al sinds 1849! - voor werkt, vergadert nog een weekje langer door, en in september komen beide Kamers respectievelijk op 5 en 12 september weer bijeen.

Net als in vorige jaren en recessen is er alle kans dat de Kamer (en dan vooral de Tweede) ook tijdens de komende zomerstop terugkeert om te debatteren over wat niet kan wachten. Het jaar 2021 spande wat dat betreft de kroon, volgens het handzame overzicht op parlement.com: https://www.parlement.com/id/vj15jddojsyf

Hoe dan ook wordt het de komende week mijn laatste keer op kantoor, want ook als we vóór september de Kamer(s) weer bijstaan bij de verslaglegging van de vergadering(en) die zich aandienen kan dat dankzij het coronaprotocol dat de afgelopen twee jaar moeiteloos in werking is getreden ook vanuit huis. Daarom trakteer ik mijn collega's aanstaande woensdag, mijn laatste kantoordag, op gebak van de Wiener Konditorei en maak ik aan het eind van de dag mijn bureau leeg. Einde van een tijdperk...

Op 22 september neem ik samen met mijn collega Coby afscheid tijdens een receptie van ons beiden in de Max van der Stoelzaal in het voormalig ministerie van Buitenlandse Zaken waarin de Tweede Kamer sinds we het Binnenhof verlieten is gehuisvest, nu B67 geheten.

Daarmee is - voor mij - de cirkel rond, want het einde raakt hiermee aan het begin. Max van der Stoel was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl toen ik, in 1975, binnenkwam via Binnenhof 1a. Op de foto bij dit stukje zien we hem achter de regeringstafel in de Oude Zaal tijdens het NAVO-debat van 28 oktober 1975 met naast zich Henk Vredeling, toen minister van Defensie. De foto werd gemaakt door Rob Mieremet van fotopersbureau Anefo en is onderdeel van de Max van der Stoel Collectie van het Nationaal Archief.

Het is een van de vele beelden die ik in mijn geheugen met me meedraag, vooral van die eerste jaren van het inmiddels welhaast legendarische kabinet. De tribunes zaten vol tot diep in de nacht, er was weinig te bespeuren van de kloof tussen kiezers en gekozenen  die nu de kolommen van de kranten vult. De verbeelding was aan de macht met het kabinetsdoel van het eerlijk delen van kennis, macht en inkomen. Ook toen was er al een oliecrisis en moesten kabinet en parlement het hoofd bieden aan grote economische problemen. De geschiedenis leert dat we er vandaag de dag nog zijn en dat het parlement er ook nu telkens weer in slaagt een antwoord te formuleren op de maatschappelijke problemen waar we met ons allen voor staan.

De geschiedenis gaat door, net als Coby en ik die in december op onze eigen manier nogmaals afscheid van het Binnenhof nemen tijdens de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof in de Haagse Kunstkring.



maandag 27 juni 2022

Reflectie

Afscheid van het Binnenhof. Reflectie.

Vandaag hield Ahmed Aboutaleb de 30ste Dreeslezingdie ik via de livestream met instemming heb beluisterd. De vorige keren werd de Dreeslezing traditiegetrouw gehouden in de Oude Zaal van de Tweede Kamer, maar nu het Binnenhof verbouwd wordt vond deze editie plaats in het Paard, met als thema Nieuwe tijden - nieuwe rol overheid? Aboutaleb hield een persoonlijk en goed onderbouwd betoog voor een sterke overheid die opkomt voor haar burgers en hen menselijk behandelt en beschermt.

Verschillende draden komen hier samen die verweven zijn met mijn eigen leven en mijn loopbaan, die nu bijna ten einde loopt. Willem Drees sr. was behalve naamgever van deze lezingenreeks een voorbeeld bij ons thuis en in onze sociaaldemocratisch geïnspireerde familie. In mijn werk was hij mijn meest illustere voorganger als stenograaf voor de Tweede (en Eerste) Kamer én de gemeenteraad van Amsterdam. 

In datzelfde Amsterdam heb ik Aboutaleb in de tijd dat ik daar werkte meegemaakt als wethouder, en na mijn terugkeer op het Binnenhof als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Balkenende IV. 

Bij Drees heb ik al enkele keren eerder stilgestaan in mijn geschreven herinneringen, en in 2020 droeg ik op Allerzielen bij zijn graf op Oud Eik en Duinen het sonnet voor dat ik schreef om hem te eren.

Dit alles en meer komt samen in de week dat ik de voorlaatste keer op kantoor zal zijn voordat na volgende week het zomerreces intreedt. Enkele weken daarna komt er een einde aan mijn werkende leven en breekt een nieuwe fase aan.

Stof genoeg voor reflectie, zoals op de foto hierbij die ik maakte tijdens een van mijn vele lunchpauzewandelingen rond het Binnenhof.

Foto: het voormalig ministerie van Koloniën aan het Plein, Den Haag, weerspiegeld in een waterplas.




maandag 20 juni 2022

Wat kwam en ging

Afscheid van het Binnenhof. Wat kwam en ging.

Nog drie weken te gaan tot het zomerreces van 2022, met een volle vergaderagenda van Eerste en Tweede Kamer als barometer van de grote vraagstukken die om een antwoord vragen. Komende woensdag (22 juni) is dat de Europese top en de situatie in Oekraïne, de donderdag erop het stikstofbeleid. Oorlog en vrede, grenzen aan de groei, het belang van samenwerking en onze bereidheid in te schikken in een klein land. Allemaal keuzes die aan onze volksvertegenwoordigers worden voorgelegd uit naam van ons allen en die ik met mijn collega's ook nu weer van heel dichtbij volg. En ook: nu nóg, want deze drie weken zijn mijn laatste op kantoor aan het einde van mijn werkende leven. 

Het raakt aan de politieke interesse waarmee ik het Binnenhof betrad aan het begin van mijn loopbaan (1975), waar het kabinet-Den Uyl de grote vraagstukken van tóen aan de Kamer van díe tijd voorlegde, nog in de Oude Zaal zoals wij die kennen en waaraan ik mooie herinneringen bewaar.

In de jaren tussen toen en nu is de wereld onherkenbaar veranderd, net als de entourage van het parlementair bedrijf. Die verandering in de loop der tijden is in één oogopslag te zien aan de litho uit 1861 die ik hier uit de archieven opgraaf: De voormalige Tweede kamer op het Binnenhof te Den Haag, gezien vanaf de publieke tribune. Op dat moment telde de Tweede Kamer nog 72 leden en stond in de vergaderzaal zelfs nog de troon van de koning. Mijn collega's van die tijd zaten er aan lessenaars in het midden.

Inmiddels gaan er stemmen op voor uitbreiding van de Tweede Kamer tot 200 leden en zitten mijn huidige collega's naast vak-K. De komende drie weken zetten we ons met de (digitale) middelen van onze tijd weer in voor de parlementaire verslaglegging als bron en ankerpunt in de geschiedschrijving.

Dat proces van doorlopende verandering is een constante, en je moet kennelijk ouder worden om dat waar te nemen. De dichter Jules Deelder geeft die cirkelvormige beweging in de tijd waarin wij allen onze rol spelen prachtig en in alle eenvoud weer:

Ons gaan is een komen
Ons komen een gaan

Ik ben blij dat ik een decennialange periode van grote veranderingen bewust en met belangstelling heb kunnen volgen in het hart van de democratie, ook in de jaren dat ik er tussenuit was en andere dingen deed. Het vormt de basis van mijn eigen projectje Afscheid van het Binnenhof zoals ik dat gestalte geef in een boek en een afscheidstentoonstelling eind van dit jaar in de Haagse Kunstkring. Maar eerst dus nog over naar de orde van de dag. 



Vervaardiger C.C.A. Last. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer R13849


dinsdag 7 juni 2022

Weerspiegeling

Vandaag werk ik weer voor de Eerste Kamer, die sinds het vertrek van het Binnenhof vanwege de grootschalige verbouwing aldaar vergadert op de tijdelijke locatie aan de Kazernestraat achter het majestueuze stadspaleis Huis Huguetan, Lange Voorhout 34-36. 

Het Binnenhof ligt er verlaten bij, maar gelukkig rimpelt de Hofvijver als vanouds en weerspiegelt alles eromheen, zoals de Mauritstoren op deze foto die ik ervan maakte. Jarenlang waren daar de werkvertrekken van onze dienst gevestigd, en keken we tijdens vergaderingen van de senaat uit over diezelfde Hofvijver als het levend hart van mooi Den Haag. Het blijft een betoverende plek vol verhalen en geschiedenis, die dichteres Jana Beranová heel treffend beschreef:

In de kom van de stad
ligt een oog. De hoflijke huizen
zijn lonkende wimpers

Dit zijn de laatste weken voor het zomerreces, vijf om precies te zijn, die ook meteen mijn vijf laatste weken op kantoor zijn voordat (na dat reces) een nieuwe fase in mijn leven begint als pensionado.

Het zet aan tot bespiegeling op alles wat zich al die jaren in mijn herinnering heeft voltrokken rond deze oude vijver. In een van mijn volgende bijdragen van deze kleine reeks Afscheid van het Binnenhof sta ik daar graag bij stil. De Eerste Kamer bespiegelt vandaag intussen over de Algemene Europese beschouwingen en de Staat van de Europese Unie 2022.

Rust en tijdloosheid, rimpeling en actualiteit. Er gaat weinig boven de Hofvijver. En er is weinig dat dit oog ontgaat.




dinsdag 24 mei 2022

De Rooksalon

Over zeven weken begint het zomerreces en ga ik mijn bureau opruimen op kantoor in B67, de tijdelijke locatie van de Tweede Kamer. Na volgende week kan ik dus al gaan aftellen op de vingers van één hand, dat gaat snel! Alle reden om terug én vooruit te blikken in deze serie Afscheid van het Binnenhof die gaat uitmonden in een boek en een afscheidstentoonstelling.

Alles is anders nu we niet meer op het good old Binnenhof werken,. Dat geldt ook voor het afscheid dat zich zolang ik me kan heugen afspeelde in de mooie zalen in het voormalig Stadhouderlijk Kwartier rond Binnenhof 1a. In deze reeks heb ik al eerder de Koffiekamer belicht, gelegen naast de Rooksalon en de Oude Zaal, waar mensen door en vanuit de gebouwen van de Tweede Kamer makkelijk heen konden lopen, maar die voor gasten van buitenaf ook toegankelijk was via de ingang Binnenhof 1a en de mooie staatsietrap erheen.

Voor grotere bijeenkomsten en ontvangsten was de Rooksalon bij uitstek geschikt, die ooit werd ontworpen als grote dinerzaal voor stadhouder Willem V en zijn familie en sinds 1992 in gebruik was voor ontvangsten, recepties en allerhande evenementen in een feestelijke sfeer.

De Rooksalon laat ik hier zien op een door mij gemaakte foto van vlak voor ons vertrek van het Binnenhof. De zaal (met de ernaast gelegen Stadhouderskamer, bekend van kabinetsformaties) heeft al heel wat gedaanteveranderingen ondergaan: van dinerzaal tot "geschilderde galerij" met landschappen van de schilder Schweickhardt (nu te zien in Paleis Huis ten Bosch) en van vergaderzaal van de Raad van State tot ruimte voor Kamerleden om naast de Oude Zaal onder het genot van een goede sigaar met elkaar te reflecteren en uit te kijken over het Binnenhof.

Aan alles komt een eind, zoals ook deze beknopte geschiedenis van de Rooksalon laat zien, die ik zelf vanaf 1975 heb meegemaakt. Zo gaat het. Vanwege al die veranderingen zal mijn afscheid - samen met mijn collega Coby - zich niet afspelen in de Koffiekamer of de Rooksalon maar elders, op onze tijdelijke werkplek. 

We hebben allebei en samen voldoende om over te bespiegelen, aan het eind van een lange loopbaan in het hart van de parlementaire geschiedenis. Een einde dat tevens het begin markeert van een nieuw leven met genoeg tijd en inspiratie om kunstzinnig bezig te zijn en mooie dingen te maken.

dd



dinsdag 10 mei 2022

Een ander uitzicht

Vandaag loopt het meireces ten einde en gaan Eerste en Tweede Kamer weer vergaderen. Het zijn zeer spannende tijden waarin veel problemen tegelijk om een antwoord en een oplossing vragen. Het vinden, bespreken en bekrachtigen van die oplossingen is een taak voor de volksvertegenwoordiging. Het weergeven van de beraadslagingen als onderdeel van de parlementaire geschiedschrijving is het werk van onze dienst.

De komende negen weken hebben beide Kamers weer een volle agenda voordat het zomerreces begint. De langetermijnagenda van de Tweede Kamer omvat zeventien pagina's met debatten, wetsvoorstellen en stemmingen op alle beleidsterreinen. Never a dull moment in parliament. Het parlementair bedrijf is de wereld in het klein.

Die negen weken zijn zoals het er naar uitziet mijn laatste op kantoor, in mijn vorige stukje schreef ik daar daags voor het meireces al over. Het meireces heb ik zoals ik al aanstipte deels gebruikt om prentjes van het Binnenhof te maken voor de afscheidstentoonstelling eind dit jaar in de Haagse Kunstkring, met het Binnenhof als onderwerp.

Het kost me weinig moeite om een keuze te maken uit de beeldenrijkdom van het Binnenhof voor wat ik daarvan wil laten zien op die tentoonstelling, waarbij ik dan tevens terugblik op mijn lange loopbaan die in 1975 op het Binnenhof begon. Veel van die beelden zijn iconisch en maken deel uit van ons collectief bewustzijn en onze nationale geschiedenis. 

Een voorbeeld is de Ridderzaal en een markant detail daarvan het roosvenster dat de voorgevel siert en dat het licht vanaf het Binnenhof in de Ridderzaal zelf gefilterd weergeeft.

Het eerste roosvenster in de gevel dateert uit de jaren tussen 1280 en 1295 toen graaf Floris V de zogeheten Hoge Zael liet bouwen. Het huidige roosvenster is bij de laatste restauratie, begin 20e eeuw, aangebracht. Het is gemaakt in Atelier ‘t Prinsenhof te Delft van glazenier Jan Schouten en bevat negen wapens: van Koningin Wilhelmina, Koning Willem, Graaf Willem II, Philips de Goede,  Filips de Schone, Karel V, Karel de Stoute, Hertog Albrecht en Graaf Floris V.

Het Binnenhof wordt de komende jaren opgeknapt en is daardoor niet meer te bezoeken. Wij doen ons werk voor Eerste en Tweede Kamer daarom nu op andere locaties en met een ander uitzicht dan op het Binnenhof en de zo vertrouwde Ridderzaal. Ik leef nu al toe naar het wéér andere uitzicht waar ik na mijn eigen afscheid van het Binnenhof van ga genieten. Het aftellen is begonnen.



vrijdag 29 april 2022

Jacqueline van der Waals

Jacqueline van der Waals

(Den Haag, 26 juni 1868 – Amsterdam, 29 april 1922)

Vandaag is de 100ste sterfdag van Jacqueline van der Waals en plaatst de aan haar gewijde Facebookpagina ter ere van haar nagedachtenis het gedicht hieronder. Het Dorpshuis in Ochten organiseert op deze dag om 20.00 uur een avond over Jacqueline van der Waals.

De dood als verlosser

Kom nu met uw donker, diep erbarmen,
Eindelijke Dood.
Laat dit pijnlijk lichaam in uw armen
Rusten als het kind op moeders schoot.

Laat mij veilig door de schaduw uwer groote
Vleugelen gedekt
Slapen gaan, het moede oog gesloten
En het lichaam pijnloos uitgestrekt.

Jacqueline van der Waals
(Den Haag, 26 juni 1868 – Amsterdam, 29 april 1922)
Uit: Laatste verzen, 1922

Schilderij: Drieluik van de Verlossing, Rogier van der Weyden, 1455.




Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...