zaterdag 29 augustus 2020

Drees (2)


Aan de oogopslag op deze foto*) herkennen we ook nu nog Willem Drees, die hier samen met zijn echtgenote Catharina (To) Hent in 1911 poseert voor de Haagse fotograaf Arie M. A. Susan. Een jaar eerder zijn ze, op 28 juli 1910, getrouwd te Amsterdam.

Een kleine week geleden schreef ik hier ook al over Drees omdat ik hem had uitgekozen om te bezingen in een gedicht dat ik ter gelegenheid van Allerzielen op zondagavond 1 november a.s. zal voordragen bij zijn graf op de mooie Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen.
Door me in te lezen in zijn persoon ben ik weer heel wat wijzer geworden over de oude Willem Drees, die voor mijn generatie nog altijd een naam is die staat als een huis. In het naoorlogse Nederland was hij, als minister van Sociale Zaken en tien jaar lang als minister-president, een van de grondleggers van de verzorgingsstaat zoals we die nu nog kennen.
Eenvoud, fatsoen, waardigheid, rust en rede zijn begrippen die meteen bij me opkomen als ik aan Drees denk. Het zijn ook enkele van de eigenschappen waarin hij naar voren komt in mijn gedicht, zoals ik hem op 1 november van dit jaar aan zijn graf zal danken en gedenken.
Drees’ biografen Hans Daalder en Jelle Gaemers typeren hem treffend in deze passage:
“Mocht Drees bewust zuinig zijn als het om overheidsuitgaven ging, zo nodig kon hij royaler zijn in eigen bijdrage voor het welzijn van de staf van Algemene Zaken. Achter de villa van het departement lag een sterk verwaarloosde tennisbaan. Een aantal secretaresses drong er in de zomer van 1950 op aan dat deze bespeelbaar zou worden gemaakt. Het hoofd Comptabiliteit liet een begroting van de kosten opmaken. Dat zou 75 gulden kosten, zo berichtte hij in een nota aan de minister-president. Het hoofd Comptabiliteit attendeerde de premier daarin echter ook op kritiek van de Algemene Rekenkamer op de minister van Marine, die gemeend had om gezelschapsspelen, biljarts en radiotoestellen voor marinekantines ten laste van het Rijk te kunnen brengen. De secretaris-generaal Fock tekende op het betreffende memo Drees’ beslissing aan: De minister-president heeft te kennen gegeven dat hij deze 75 gulden voor zijn privérekening zal nemen. Zorgt dat het niet hoger wordt en gaarne zo spoedig mogelijk uitvoeren buiten de overheidsfinanciën.”
Uit: Hans Daalder en Jelle Gaemers, Premier en elder statesman. Willem Drees 1886-1988. De jaren 1948-1988.
Nog genoeg te lezen en te leren over Drees. Wordt vervolgd!
*) foto: collectie Rijksmuseum, Amsterdam https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/NG-2004-14

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...