De tijd is een spekkoek. Ik loop aan de schrijvershand van Peter Bootsma en (wijlen) Willem Breedveld door de jaren van het kabinet-Den Uyl die ik zelf meemaakte in mijn beginjaren op het Binnenhof. Hun boek De verbeelding aan de macht brengt bijna 50 jaar na dato weer lagen aan de oppervlakte en herinneringen naar boven die in het huidige tijdsgewricht bijna niet meer voor te stellen zijn. In het kader van de lezing die Jan Pronk op 10 december a.s. in de Haagse Kunstkring zal houden onder dezelfde titel is het goed om weer in deze geschiedenis te duiken en er nieuwe lessen uit te trekken.
Uit de flaptektst (van 1999): "Ruim een kwart eeuw geleden trad het kabinet-Den Uyl aan; een kabinet dat nog steeds tot de verbeelding spreekt. Voorstanders ervan prijzen het idealisme van de ministersploeg en de oprechte betrokkenheid met de samenleving; tegenstanders worden niet moe te wijzen op de aanmatigende hervormingsdrift en de drammerigheid van de bewindslieden van toen. Dit eigenzinnige kabinet lijkt in niets op hedendaagse kabinetten. Toen: polarisatie, links tegen rechts en politieke strijd in huiskamers. Nu: absolute depolarisatie, links samen met rechts in een regering, en een politiek van bestuurders voor bestuurders."
Ik ben blij dat ik deze roemruchte periode en dit inmiddels legendarische kabinet heb meegemaakt in de Oude Zaal tijdens de lange vergaderingen met de volle tribunes. Het ging ergens over. En het is een eer om Jan Pronk twee contrasterende tijdperken te zien verbinden en de vraag te horen beantwoorden of het in deze tijd nog zin heeft te pleiten voor “De verbeelding aan de macht”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten