Gisteren bottelde ik mijn eerste druivenlikeur, die nu feestelijk staat te glanzen in de eerste vier flesjes met kurk en krimpcapsule en voorzien van handgeschreven etiketten met gouden randje. Eind augustus schreef ik al over de druivenoogst van een zonnige zomer - de kleine zoete diepblauwe druiven van de oude wijnstok die weelderig groeit over mijn fietsenschuurtje.
Nu was dan het moment daar om de eerste lichting te filteren, te proeven uit kleine glaasjes (heerlijk!) en in slanke flesjes te bewaren zolang het duurt. De tweede helft van het voorraadje laat ik in glas op brandewijn nog langer macereren om meer op smaak te komen.
Na de likeur die ik al eerder maakte van peren, pruimen, vijgen, kiwi's, citroenen en hazelnoten kan ik nu dan ook druivenlikeur aan mijn eigenhandig bereide verzameling likeuren toevoegen.
Het is een dankbare bezigheid om zo, naast jams en chutneys, overtollig fruit van het seizoen te verwerken en een feestelijk tweede leven te geven.
Fijn om weer wat lekkers onder de kurk te hebben nu het najaar weer op het venster klopt. Het stemt tot dankbaarheid en doet me denken aan de uitspraak van schrijfster Daphne du Maurier over het herleven van herinneringen:
"Als er nu toch eens een uitvinding gedaan werd, dat je een herinnering kon bottelen als een geur. En dan moest het nooit slapper worden of muf. En als je het dan nodig had, kon je de kurk van de fles nemen en dan zou het zijn of je het ogenblik helemaal opnieuw beleefde."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten