De laatste tijd krijg ik van alle kanten reacties van mensen van mijn leeftijd die me het verhaal vertellen van hún vader.
De ene vader leefde in het deel van Nederland dat al in 1944 bevrijd werd, ging naar Engeland om daar een militaire training te volgen en van daaruit in Nederlandse krijgsdienst in Indonesië. Hij zat er in een gebied waar nooit een gevecht van enige betekenis was. Als dorpsjongen zonder opleiding - op zijn twaalfde moest hij op het land gaan werken - waren deze Indische jaren voor hem de opstap naar een ander leven met een loopbaan in de grote stad. Zijn diensttijd hielp hem ontsnappen uit het benauwde dorp van zijn jeugd.
Een andere vader werd eveneens bevrijd in 1944 en ging na zijn militaire opleiding in Engeland ook naar Indonesië om er te vechten. Over de verschrikkingen die hij er meemaakte of waar hij aan deelnam kon hij, terug in Nederland, niet praten. Ze tekenden de rest van zijn leven, dat volgens zijn zoon mede hierdoor niet lang duurde.
Een derde vader was geboren in Nederlands-Indië en vluchtte bij aanvang van de politionele acties het oerwoud in omdat hij niet tegen zijn eigen mensen wilde vechten. Door het ingrijpen van zijn eigen vader ontliep hij berechting als deserteur en bouwde hij later met zijn gezin een nieuw leven op in Nederland.
Een vierde vader werd wél erkend als dienstweigeraar, vervulde zijn vervangende dienstplicht en gaf als overtuigd pacifist tot de afschaffing van de dienstplicht advies aan jonge mannen die in dienst moesten, met een bezwaar schrijven en hoe ze het aan konden pakken.
Alle vaders zijn verschillend, ze dragen ieder voor zich hun verhalen in welke vorm dan ook over op hun kinderen. Eerder schreef ik er dit gedicht over, dat nu alweer aanvulling behoeft en wie weet uitgroeit tot een cyclus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten