vrijdag 20 augustus 2021

Mind over matter

 Leren fietsen was zo'n moment waarop de geest de materie overwon, en dan ook nog in beweging. Voor mij is die gewaarwording vergroeid met mijn blauwe kinderfietsje, mijn vader en de straat waar we toen woonden in Rijswijk. Mijn vader nam mijn fietsje mee naar buiten, zette het op straat en gaf het aan mij. Hij deed me voor wat ik moest doen, wachtte tot ik op het zadel zat, gaf me een duwtje en liep naast me mee met zijn hand op mijn schouder. En daar ging ik, wiebelend vooruit ...

Van dat eerste fietsen zelf weet ik behalve het slingeren van het stuur nog maar weinig, maar wel voel ik nog altijd die hand van mijn vader op mijn linkerschouder. En als ik even mijn ogen dichtdoe, komt het beeld naar boven dat ik jaren geleden alweer tekende tijdens een weekje Buitenkunst in het gelijknamige kunstkamp.

Tijdens een ochtendje schilderen koos ik ervoor om een snelle serie te maken in potlood en plakkaatverf op de oude lakens die we daarvoor konden gebruiken. Portrait of the artist in his younger years, schreef ik op wat het omslag zou worden van een kleine reeks herinneringen uit mijn kindertijd.

Met karton maakte ik er een leporello van, een vouwboekje, en hier zie je de pagina die ik wijdde aan die eerste fietsles. Bij het opruimen kwam ik onlangs dit werkje weer tegen, en meteen was daar weer die hand van mijn vader op mijn schouder.

Hij is er al jaren niet meer, maar met hem naast me fiets ik nog iedere dag overal naartoe. Dankbaar voor die eerste fietsles, en met zijn geest nog heel tastbaar dichtbij.


















De dichter Atze van Wieren schreef er dit gedichtje over:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...