maandag 27 juni 2022

Reflectie

Afscheid van het Binnenhof. Reflectie.

Vandaag hield Ahmed Aboutaleb de 30ste Dreeslezingdie ik via de livestream met instemming heb beluisterd. De vorige keren werd de Dreeslezing traditiegetrouw gehouden in de Oude Zaal van de Tweede Kamer, maar nu het Binnenhof verbouwd wordt vond deze editie plaats in het Paard, met als thema Nieuwe tijden - nieuwe rol overheid? Aboutaleb hield een persoonlijk en goed onderbouwd betoog voor een sterke overheid die opkomt voor haar burgers en hen menselijk behandelt en beschermt.

Verschillende draden komen hier samen die verweven zijn met mijn eigen leven en mijn loopbaan, die nu bijna ten einde loopt. Willem Drees sr. was behalve naamgever van deze lezingenreeks een voorbeeld bij ons thuis en in onze sociaaldemocratisch geïnspireerde familie. In mijn werk was hij mijn meest illustere voorganger als stenograaf voor de Tweede (en Eerste) Kamer én de gemeenteraad van Amsterdam. 

In datzelfde Amsterdam heb ik Aboutaleb in de tijd dat ik daar werkte meegemaakt als wethouder, en na mijn terugkeer op het Binnenhof als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Balkenende IV. 

Bij Drees heb ik al enkele keren eerder stilgestaan in mijn geschreven herinneringen, en in 2020 droeg ik op Allerzielen bij zijn graf op Oud Eik en Duinen het sonnet voor dat ik schreef om hem te eren.

Dit alles en meer komt samen in de week dat ik de voorlaatste keer op kantoor zal zijn voordat na volgende week het zomerreces intreedt. Enkele weken daarna komt er een einde aan mijn werkende leven en breekt een nieuwe fase aan.

Stof genoeg voor reflectie, zoals op de foto hierbij die ik maakte tijdens een van mijn vele lunchpauzewandelingen rond het Binnenhof.

Foto: het voormalig ministerie van Koloniën aan het Plein, Den Haag, weerspiegeld in een waterplas.




maandag 20 juni 2022

Wat kwam en ging

Afscheid van het Binnenhof. Wat kwam en ging.

Nog drie weken te gaan tot het zomerreces van 2022, met een volle vergaderagenda van Eerste en Tweede Kamer als barometer van de grote vraagstukken die om een antwoord vragen. Komende woensdag (22 juni) is dat de Europese top en de situatie in Oekraïne, de donderdag erop het stikstofbeleid. Oorlog en vrede, grenzen aan de groei, het belang van samenwerking en onze bereidheid in te schikken in een klein land. Allemaal keuzes die aan onze volksvertegenwoordigers worden voorgelegd uit naam van ons allen en die ik met mijn collega's ook nu weer van heel dichtbij volg. En ook: nu nóg, want deze drie weken zijn mijn laatste op kantoor aan het einde van mijn werkende leven. 

Het raakt aan de politieke interesse waarmee ik het Binnenhof betrad aan het begin van mijn loopbaan (1975), waar het kabinet-Den Uyl de grote vraagstukken van tóen aan de Kamer van díe tijd voorlegde, nog in de Oude Zaal zoals wij die kennen en waaraan ik mooie herinneringen bewaar.

In de jaren tussen toen en nu is de wereld onherkenbaar veranderd, net als de entourage van het parlementair bedrijf. Die verandering in de loop der tijden is in één oogopslag te zien aan de litho uit 1861 die ik hier uit de archieven opgraaf: De voormalige Tweede kamer op het Binnenhof te Den Haag, gezien vanaf de publieke tribune. Op dat moment telde de Tweede Kamer nog 72 leden en stond in de vergaderzaal zelfs nog de troon van de koning. Mijn collega's van die tijd zaten er aan lessenaars in het midden.

Inmiddels gaan er stemmen op voor uitbreiding van de Tweede Kamer tot 200 leden en zitten mijn huidige collega's naast vak-K. De komende drie weken zetten we ons met de (digitale) middelen van onze tijd weer in voor de parlementaire verslaglegging als bron en ankerpunt in de geschiedschrijving.

Dat proces van doorlopende verandering is een constante, en je moet kennelijk ouder worden om dat waar te nemen. De dichter Jules Deelder geeft die cirkelvormige beweging in de tijd waarin wij allen onze rol spelen prachtig en in alle eenvoud weer:

Ons gaan is een komen
Ons komen een gaan

Ik ben blij dat ik een decennialange periode van grote veranderingen bewust en met belangstelling heb kunnen volgen in het hart van de democratie, ook in de jaren dat ik er tussenuit was en andere dingen deed. Het vormt de basis van mijn eigen projectje Afscheid van het Binnenhof zoals ik dat gestalte geef in een boek en een afscheidstentoonstelling eind van dit jaar in de Haagse Kunstkring. Maar eerst dus nog over naar de orde van de dag. 



Vervaardiger C.C.A. Last. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer R13849


dinsdag 7 juni 2022

Weerspiegeling

Vandaag werk ik weer voor de Eerste Kamer, die sinds het vertrek van het Binnenhof vanwege de grootschalige verbouwing aldaar vergadert op de tijdelijke locatie aan de Kazernestraat achter het majestueuze stadspaleis Huis Huguetan, Lange Voorhout 34-36. 

Het Binnenhof ligt er verlaten bij, maar gelukkig rimpelt de Hofvijver als vanouds en weerspiegelt alles eromheen, zoals de Mauritstoren op deze foto die ik ervan maakte. Jarenlang waren daar de werkvertrekken van onze dienst gevestigd, en keken we tijdens vergaderingen van de senaat uit over diezelfde Hofvijver als het levend hart van mooi Den Haag. Het blijft een betoverende plek vol verhalen en geschiedenis, die dichteres Jana Beranová heel treffend beschreef:

In de kom van de stad
ligt een oog. De hoflijke huizen
zijn lonkende wimpers

Dit zijn de laatste weken voor het zomerreces, vijf om precies te zijn, die ook meteen mijn vijf laatste weken op kantoor zijn voordat (na dat reces) een nieuwe fase in mijn leven begint als pensionado.

Het zet aan tot bespiegeling op alles wat zich al die jaren in mijn herinnering heeft voltrokken rond deze oude vijver. In een van mijn volgende bijdragen van deze kleine reeks Afscheid van het Binnenhof sta ik daar graag bij stil. De Eerste Kamer bespiegelt vandaag intussen over de Algemene Europese beschouwingen en de Staat van de Europese Unie 2022.

Rust en tijdloosheid, rimpeling en actualiteit. Er gaat weinig boven de Hofvijver. En er is weinig dat dit oog ontgaat.




Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...