woensdag 2 september 2020

Binnen het hof

 


Het zijn dagen vol weemoed voor wie daar gevoelig voor is. Vandaag treden we weer aan op het Binnenhof na het krokusreces. De gebeurtenissen in de wereld passeren vanmiddag bij opening van de plenaire vergadering van de Tweede Kamer vast en zeker weer de revue, in het vragenuur en de regeling van werkzaamheden. En beelden daaruit zien we in de loop van de volgende dagen weer honderd- en duizendvoudig terug in de waaier van media die ons tegenwoordig doorlopend voeden. Mijn collega’s en ik zitten erbij en doen er verslag van, voor de Handelingen, Debat Direct, Debat Gemist en de andere rapportagevormen waarin het parlement voor ieder die dat wil te volgen is, realtime en op alle denkbare apparaten tot in alle uithoeken.

De voormalige perstribune in de Oude Zaal van de Tweede Kamer
Pluche en fluweel
De tijden zijn veranderd. In de dagen dat ik - november 1975 - als jongeling begon te werken in en voor beide Kamers der Staten-Generaal hing er nog een sfeer van ouderwetse deftigheid tussen het rode pluche en het groene fluweel. De geschiedenis was er voelbaar, en al helemaal - daar heb je het weer - voor wie daar (zoals ik) gevoelig voor was en is.
Herinnering aan de oude balzaal, Oude Zaal Tweede Kamer
Cachet
Het was een wereldje vol ongeschreven tradities en romantische zeden en gebruiken. Zo droegen (en drágen, gelukkig) de Kamerbodes een pandjesjas met slippen, een zwierige sjerp en een witte vlinderdas, waardoor het geheel direct een feestelijk stempel kreeg én krijgt. “Cachet” is het woord, een woord dat past bij de luisterrijke historie die zich al eeuwenlang afspeelt tussen deze muren.
De Handelingenkamer, het heilige der heiligen en de schatkamer voor ons werk: de Handelingen
Recessen
Op het Binnenhof geldt een eigen tijdrekening, waarin het verschil met het Buitenhof doorklinkt, een verschil dat teruggaat tot de tijden bínnen en buíten het hof dat hier gevestigd was. We bewegen ons hier tussen de recessen die daarbuiten gewoonlijk vakantie heten. De Kamer gaat met reces, zoals het krokusreces dat nu net weer achter ons ligt.
Weg van het Binnenhof
Vandaag vangt weer een drukke vergaderperiode aan tot het meireces, waarna traditioneel topdrukte aanbreekt tot aan het zomerreces. Het altijd weer nóg drukkere najaar wordt traditiegetrouw ingekaderd en begrensd door het herfstreces en het kerstreces. En daarmee vangt dan alweer een nieuw kalenderjaar aan: 2020, het láátste jaar dat we zoals het er nu uitziet nog op het historische Binnenhof zullen werken en vergaderen. Immers, in de zomer van volgend jaar, het zomerreces van 2020, begint de grote verhuisoperatie die zijn weerga niet kent. De Tweede Kamer vertrekt naar het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken (“de Apenrots” in de volksmond), de Eerste Kamer naar het voormalige Huis Huguetan aan het Lange Voorhout, het stadspaleis waarin eerder de Koninklijke Bibliotheek (ik weet het nog) en tot voor (relatief) kort de Hoge Raad gevestigd waren. En omdat onze dienst - de voormalige Stenografische Dienst der Staten-Generaal, nu de Dienst Verslag en Redactie geheten - voor beíde Kamers werkt, zullen wij op beide plekken komen. Maar dus gedurende de geplande 5,5 jaar van de ingrijpende verbouwing níet meer op het Binnenhof...
Een van de gangen in het oude departement van Justitie, nu onderdeel van het Tweede Kamercomplex
Ik zal daarna vanwege mijn in de tussentijd aanbrekende pensionering niet meer terugkeren op het Binnenhof, waar ik al sinds 1975 ontelbare voetstappen heb liggen in alle gebouwen, gangen, zalen, trappenhuizen, zolders en catacomben van dit weergaloze complex vól verhalen en geschiedenis. En op zo’n dag als vandaag, waarop het verglijden van de tijd weer niet te loochenen voelbaar is bij het - ook al zo’n traditie - omslaan van het kalenderblad door de Kamerbode in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer stemt dat tot weemoed.
De Ridderzaal vanonder de colonnade van de Eerste Kamer
Levende geschiedenis
Weemoed en dankbaarheid. In al die jaren dat ik hier heb rondgelopen ben ik iedere dag opnieuw getroffen door de schoonheid en betekenis van die levende geschiedenis op en van het Binnenhof, die ik heb proberen te vangen in gedichten, tekeningen, foto’s en geschreven herinneringen. Met het wegtikken van de onverbiddelijke tijd tot aan de sluiting van het Binnenhof zal ik dat nóg bewuster doen, en er misschien een (andere...) passende vorm voor vinden. Zoals vele anderen het Binnenhof hebben bezongen.
Ik sluit voor nu af met het gedicht van Aad Nuis, zelf behalve dichter onder veel meer Kamerlid (voor D66) en staatssecretaris van Cultuur, Kunst en Media. Ik hoef mijn ogen maar éven te sluiten, en ik zie hem zo weer voor me in de Oude Zaal ...
Eelco van der Waals
5 maart 2019
Binnenhof

Het stille hart van wervelwinden
in dit glas water, Nederland,
waar ik mij steeds terug moet vinden
naast dagtoerist en demonstrant.

Bestaat dit echt of zijn wij spoken,
figuren dansend hand in hand,
gedurig in koud vuur ontstoken
door woorden van dor zand?

Ga maar bij dichter, boeren kijken:
hun taal, hun grond, vast in de hand.
Hier blijft de werkelijkheid ontwijken –
net naast de rand.

Toch zoemt en trilt het hier van krachten,
huist hier het hart (meer dan ’t verstand)
van wat ik grijnzend hoog blijf achten:
mijn land.

Aad Nuis (1933-2007)
--
5 maart 2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...