zaterdag 30 juli 2022

Jan Tinbergen (2)

Jan Tinbergen (2)

In zijn lange leven heeft natuurkundige, econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen (1903-1994) blijk gegeven van een analytische geest en een gefundeerd idealisme. Dat hij tot op hoge leeftijd is blijven publiceren over zijn ideeën voor een betere wereld blijkt wel uit het Engelstalige opstel dat ik hier van hem deel, onder de titel "The Need for Global Governance." Hij schreef het in 1993, een jaar voor zijn dood. 

De laatste alinea is veelzeggend: "I hope this sketch provides the reader with a sufficiently concrete image of how to conceive of world governance. Many alternatives and better examples are possible, but the fundamental point is that we believe in the possibility of a world government. Without it we shall have no future."

Alleen door samenwerking en afspraken op wereldschaal ziet Tinbergen mogelijkheden om grote problemen op te lossen op het gebied van vrede en veiligheid, milieuvervuiling, armoede en onderontwikkeling, duurzaamheid en het behoud van voldoende natuurlijke hulpbronnen. De beheersing van kernwapens, het schoonhouden van de oceanen en het voorkomen van klimaatverandering noemt hij in zijn tweede alinea als voorbeelden, die in de 29 jaar sinds het schrijven van dit opstel alleen maar prangender zijn geworden.

In zijn boek Een leefbare wereld (1970) stond Tinbergen al stil bij de gedachte van een wereldregering. Een citaat daaruit: "Bij velen bestaat grote reserve, om het zacht uit te drukken, ten aanzien van elk pleidooi voor een ‘wereldregering’, waarmee men een wereldorde ook zou kunnen aanduiden. Doch een deel van deze reserve en tegenstand berust op een reeks misverstanden. Een eerste misverstand is dat men door de nationale staat te handhaven vrij blijft. (...) Een tweede misverstand is dat men denkt dat alles wat nu door nationale regeringen wordt beslist onder een wereldorde door de ‘wereldregering’ zou worden beslist."

In zijn opstel uit 1993 probeert hij het tweede misverstand van hierboven weg te nemen door met een concrete handreiking te komen: "Which level should be chosen to address a given problem? The answer is given by what I call the 'theory of the optmium level of decision making', or what some have called  'subsidiarity'. Two principles must be satisfied: (i) agreement on the interests dealt with must be attained, and (ii) at the lowest possible level. The lower that level is, the more democratic the  decision making is. But if a decision affects others, they must be involved, otherwise it will lead to conflict. For example, if industrial wastes from one country pollute another country's drinking water, both countries must agree how to eliminate polution and how to to pay for it."

De Verenigde Naties ziet Tinbergen als de basis voor zo'n wereldregering. De VN is immers juist opgericht met het doel om wereldomvattende problemen op te lossen. Het 50-jarig bestaan van de VN in 1995 biedt in zijn ogen de gelegenheid om de organisatie te versterken en hervormen.

Hiermee laat Jan Tinbergen zien dat hij idealistische vergezichten koppelt aan een praktische en doelgerichte aanpak, waarbij hij - in de woorden van zijn leerling Jan Pronk - niet vooruit droomt maar vooruit denkt en altijd probeert "oplossingen aan te dragen die, ook al waren ze niet aanstonds toepasbaar, in een tijdsbestek van vijf tot zeven á tien jaar verwezenlijkt konden worden."

De thema's die Tinbergen behandelt in zijn veelomvattende werk zijn ook nu nog actueel, zoals ik op 25 juli al liet zien in de vorige aflevering van deze aan hem gewijde korte serie. Toen ging het over zijn pleidooi (in 1934!) voor een basisinkomen. 

Jan Tinbergen is van alle tijden. Hij verdient het dat zijn gedachtegoed een rol blijft spelen in het oplossingsgerichte debat over de vraagstukken van onze tijd.

Voor Tinbergen heb ik als dichter gekozen in het kader van het project Dichter bij de dood op graf op de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen, waar hij sinds zijn overlijden in 1994 begraven ligt in graf 1-6347. Het gedicht dat ik over hem en zijn nalatenschap schrijf draag ik daar voor tijdens Allerzielen (2 november) van dit jaar om hem te eren. 

Mijn gedichten bij vorige edities van Dichter bij de dood vind je op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/home.

Jan Tinbergen leeft. Leve Tinbergen.



































maandag 25 juli 2022

Jan Tinbergen (1)

Ik ben me aan het inlezen in het gedachtegoed van econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen. Gisteren was ik bij zijn graf op de mooie Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen, waar hij sinds zijn overlijden in 1994 begraven ligt in graf 1-6347.

Over Tinbergen schrijf ik een gedicht waarin ik de kern probeer te raken van zijn opvattingen en ideeën. Dat doe ik voor het project Dichter bij de dood waaraan ik al vanaf 2016 als dichter meewerk: het op deze begraafplaats voordragen van zelfgeschreven gedichten over de dood tijdens Allerzielen (2 november), om zo dichters, schrijvers, kunstenaars en anderen te eren die hier begraven zijn. Na vorige edities koos ik dit jaar voor prof. dr. Jan Tinbergen (1903-1994). 

Van en over Tinbergen is veel te vinden, ook veel wat raakvlakken heeft met de wereld en de maatschappelijke vraagstukken van 2022, 28 jaar na zijn overlijden en 119 jaar na zijn geboorte. Het laat zien dat zijn gedachtegoed nog in hoge mate actueel is.

Bijna tienduizend brieven uit de wetenschappelijke correspondentie van Jan Tinbergen zijn online te raadplegen op https://tinbergenletters.eur.nl.

Zo laat ik hier de brief uit dit hoogst interessante archief zien die Tinbergen in oktober 1934 schreef aan Koos Vorrink, in reactie op een geschrift van "den heer Lewe van Middelstum". Ik citeer:

"Wat mij echter zeer interessant in het geschrift is, is zijn pleidooi voor iets, waar ik me de laatste tijd ook warm voor maak, n.l. voor wat ik heb genoemd een basis-inkomen, di. een inkomen, dat door de gemeenschap aan ieder (volwassen) lid wordt uitgekeerd, of hij werkt of niet. Het in het bedrijf verdiende loon zal dan natuurlijk afnemen, maar de bestaanszekerheid is veel groter, mede omdat de werkloosheid er ernstig door zal verminderen. Zowel bij het Plan van de Arbeid (bij de voorbereidingen beter gezegd) als in andere kringen breek ik er diverse lansen voor en het trof mij, dat ook de heer L.v.M. daarvoor voelt."

Het idee van een basisinkomen is al lang in discussie en het laatste woord is er zeker nog niet over gezegd. Dit is slechts één voorbeeld dat laat zien dat Jan Tinbergen ook zoveel jaren na zijn dood nog van betekenis is voor het discours van onze tijd en het vinden van oplossingen voor maatschappelijke kwesties. In komende afleveringen van deze aan hem gewijde korte serie zal ik nog enkele voorbeelden aanhalen.

Alle reden om Jan Tinbergen voor het voetlicht te halen en het stof weg te blazen dat hier en daar op zijn nalatenschap is neergedwarreld. Wie schrijft die blijft, de wetenschapper én de dichter.

--

Mijn gedichten bij vorige edities van Dichter bij de dood vind je op https://sites.google.com/site/gedichtenvoorallerzielen/home




zondag 3 juli 2022

Max van der Stoel

Afscheid van het Binnenhof- Terug naar Max van der Stoel

Morgen begint de laatste vergaderweek vóór het zomerreces van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer, waar onze dienst ook - al sinds 1849! - voor werkt, vergadert nog een weekje langer door, en in september komen beide Kamers respectievelijk op 5 en 12 september weer bijeen.

Net als in vorige jaren en recessen is er alle kans dat de Kamer (en dan vooral de Tweede) ook tijdens de komende zomerstop terugkeert om te debatteren over wat niet kan wachten. Het jaar 2021 spande wat dat betreft de kroon, volgens het handzame overzicht op parlement.com: https://www.parlement.com/id/vj15jddojsyf

Hoe dan ook wordt het de komende week mijn laatste keer op kantoor, want ook als we vóór september de Kamer(s) weer bijstaan bij de verslaglegging van de vergadering(en) die zich aandienen kan dat dankzij het coronaprotocol dat de afgelopen twee jaar moeiteloos in werking is getreden ook vanuit huis. Daarom trakteer ik mijn collega's aanstaande woensdag, mijn laatste kantoordag, op gebak van de Wiener Konditorei en maak ik aan het eind van de dag mijn bureau leeg. Einde van een tijdperk...

Op 22 september neem ik samen met mijn collega Coby afscheid tijdens een receptie van ons beiden in de Max van der Stoelzaal in het voormalig ministerie van Buitenlandse Zaken waarin de Tweede Kamer sinds we het Binnenhof verlieten is gehuisvest, nu B67 geheten.

Daarmee is - voor mij - de cirkel rond, want het einde raakt hiermee aan het begin. Max van der Stoel was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl toen ik, in 1975, binnenkwam via Binnenhof 1a. Op de foto bij dit stukje zien we hem achter de regeringstafel in de Oude Zaal tijdens het NAVO-debat van 28 oktober 1975 met naast zich Henk Vredeling, toen minister van Defensie. De foto werd gemaakt door Rob Mieremet van fotopersbureau Anefo en is onderdeel van de Max van der Stoel Collectie van het Nationaal Archief.

Het is een van de vele beelden die ik in mijn geheugen met me meedraag, vooral van die eerste jaren van het inmiddels welhaast legendarische kabinet. De tribunes zaten vol tot diep in de nacht, er was weinig te bespeuren van de kloof tussen kiezers en gekozenen  die nu de kolommen van de kranten vult. De verbeelding was aan de macht met het kabinetsdoel van het eerlijk delen van kennis, macht en inkomen. Ook toen was er al een oliecrisis en moesten kabinet en parlement het hoofd bieden aan grote economische problemen. De geschiedenis leert dat we er vandaag de dag nog zijn en dat het parlement er ook nu telkens weer in slaagt een antwoord te formuleren op de maatschappelijke problemen waar we met ons allen voor staan.

De geschiedenis gaat door, net als Coby en ik die in december op onze eigen manier nogmaals afscheid van het Binnenhof nemen tijdens de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof in de Haagse Kunstkring.



Echte liefde

Brief van mijn overgrootvader, London, 1882 (Ook) van je familie moet je het hebben. Een tijd geleden kwam de prachtbrief weer te voorschijn...