Sherwin
Als klein jongetje woonde ik in Rijswijk. Mijn moeder was bevriend met tante Nel, die met Sherwin en Alma aan de Huis te Hoornkade woonde waar ik graag kwam.
Alma was hun kwijlende boxer die altijd tegen je op wilde springen, wat ik niet zo leuk vond. En Sherwin was haar zoontje. Hij was net zo oud als ik en had allemaal krulletjes in zijn haar waar een potlood gewoon in bleef zitten, ook als hij zijn hoofd schudde. Dat vond ik altijd heel bijzonder.
Sherwin was geboren in een ander land, in Afrika, waar tante Nel een tijd als dokter voor kinderen had gewerkt. Zijn familie daar kon niet voor hem zorgen en dus vroeg tante Nel aan zijn ouders of hij bij haar mocht komen wonen. Dat vonden ze goed, en toen tante Nel weer terugging naar Nederland ging Sherwin met haar mee en werd hij haar zoon.
Ik vond het allemaal heel gewoon, en het viel me niet op dat Sherwins huid bijna zwart was en de mijne in de winter bijna wit en in de zomer eerst rood en daarna een beetje bruin, want zo was het gewoon. We speelden met elkaar en met Alma, in Rijswijk en bij de boerderij van tante Nel in Frankrijk waar we heerlijke blauwe pruimen opraapten langs de weg die we in een kruiwagen mee naar huis namen, waar we er samen met tante Nel lekkere jam van maakten die zij in glazen potten deed.
Op de foto hierboven zie je ons met die kruiwagen, en op de achtergrond zie je het huis van tante Nel. We hebben allebei onze laarzen aan. Alma zie ik niet op de foto, die zal wel bij tante Nel zijn.
Toen we wat groter werden verhuisde Sherwin naar Hardegarijp in Friesland, omdat tante Nel in Leeuwarden in het ziekenhuis ging werken als kinderarts. Ik ben er nog wel eens op bezoek geweest en ging er geloof ik ook een keer logeren, maar alles werd anders dan in Rijswijk, en daarna heb ik Sherwin uit het oog verloren.
Alweer jaren later hoorde ik van mijn moeder dat tante Nel was overleden, hoe het met Sherwin was wist ze niet, tot weer een tijd later het bericht kwam dat ook hij niet meer leefde.
Nu ik deze foto van vroeger weer zie word ik er een beetje weemoedig van en denk ik met warmte terug aan Alma met haar natte grijze snuit, tante Nel met haar schommelende Renault 4 en mijn lieve zwarte vriendje Sherwin.
In mijn hart leven ze voort en lopen we nog altijd op dat weggetje in de Dordogne.